Vercingetorix (ca. 82 - 46 v.Chr.), was een Gallische koning uit Auvergne die aan het hoofd stond van de Gallische opstand tegen de Romeinen in 53 - 52 v.Chr.. Zijn naam is een samenstelling van het Gallische Ver (opper), cingeto (krijger) en rix (koning) en betekent zoiets als 'de grote koning der helden'. Hij was de zoon van Celtillos en behoorde tot het machtige volk van de Averni.

Vercingetorix wordt door Julius Caesar beschreven in zijn werk Commentarii de bello Gallico. In 58 v.Chr. was de Romeinse veldheer over de Alpen getrokken om Gallië te veroveren. Zijn campagne verliep voorspoedig, totdat Vercingetorix erin slaagde meerdere stammen te verenigen in zijn verzet tegen de Romeinen. Aanvankelijk boekte hij succes, dankzij de tactiek van de verschroeide aarde, het afsnijden van de Romeinse aanvoerwegen en door verrassingsaanvallen op het veel tragere Romeinse leger. Echter, een jaar na het begin van de opstand werden de Gallische troepen in 52 v.Chr. bij Alesia ingesloten. Alhoewel in de meerderheid, moest Vercingetorix zich na een maandenlang beleg overgeven, waarna Caesar hem meevoerde naar Rome als oorlogstrofee. Met de beslissende slag bij Alesia werd Gallië voorgoed verslagen en ingelijfd in het Romeinse Rijk.

Vercingetorix verbleef zes jaar in een Romeinse kerker te Rome; de Mamertijnse gevangenis. Volgens de legende kreeg hij alleen schaars eten en water om zich in leven te houden. Zijn haren, snor en baard waren zodanig gegroeid, dat hij, toen hij uit de kerker werd gehaald voor de executie aan de garrote (wurgpaal), eerst grondig gewassen moest worden en zijn haren moest laten knippen, om weer "herkenbaar" te zijn. Door de zeer slechte hygiëne zag en was hij zeer onderkomen en stonk hij enorm, maar omdat hij voor het Romeinse tribunaal, de adel en het publiek, als voormalig Gallische koning gevonnist zou worden, moest hij er "toonbaar en proper" uitzien.

De lotgevallen van Vercingetorix raakten tijdens de middeleeuwen langzaam in vergetelheid. Frankrijk werd na de doop van Clovis een christelijk koninkrijk, waarin geen behoefte was aan een heidense voorouder. In het begin van de 19e eeuw veranderde dit. De aanleiding hiervan vond plaats in 1814. Keizer Napoleon Bonaparte (1769-1821) had de strijd tegen de legers van de geallieerden verloren en Parijs moest op 30 maart capituleren. De troepen van de tsaar van Rusland en de koning van Pruisen vielen de stad binnen, een drama dat voor de Fransen de aanleiding was om steun en troost te zoeken in het verleden. Er werd een parallel met Vercingetorix getrokken. De Russische en Pruisische legers waren net als Caesars legioenen pure landveroveraars, tegen wie men zich moest blijven verzetten, net zoals Vercingetorix had gedaan.

De definitieve 'herontdekking' van Vercingetorix vond plaats onder het bewind van Napoleon III. Historici gingen de Galliërs als de voorouders van de Fransen beschouwen en de keizer, die als amateur-historicus een passie had voor het Franse verleden, liet zelfs opgravingen doen naar de resten van het vroegere Alesia in Alise-Sainte-Reine, bij Bibracte en in Gergovia.

In de Derde Republiek bleek de figuur van Vercingetorix daarnaast een uitstekend middel om de nederlaag tegen Pruisen van 1871 te verwerken. Historici zagen opvallende parallellen tussen de geschiedenis van de Gallische hoofdman en de Frans-Pruisische oorlog. Het slagveld bij Sedan, waar Frankrijk werd verslagen, werd geïdentificeerd met de omsingeling van Alesia; Caesar stond model voor de Pruisische opperbevelhebber Moltke; en uiteindelijk moest Frankrijk net als Gallië zwichten voor de overwinnaar. Echter, uit de nederlaag van Vercingetorix viel ook moed te putten. Hij mocht dan verloren hebben, hij had tenminste eervol en moedig gestreden. Vercingetorix was een heuse martelaar. Naar zijn voorbeeld had Frankrijk dan wel de oorlog van 1871 verloren; het land had tenminste heldhaftig gestreden en droeg de nederlaag met eer.

Een standbeeld van Vercingetorix werd opgericht in Clermont-Ferrand (hoofdstad van de regio Auvergne en het vroegere Gergovia), waar het nog altijd is te bewonderen, hoewel niet op de oorspronkelijke plaats. Een ander beeld staat op de top van de Mont Auxois in Bourgondië, een van de vermoedelijke archeologische vindplaatsen van Alesia. In 1890 creëerde Jules Bertin eveneens een standbeeld voor Vercingetorix. Dit beeld stond in Saint-Denis en was het spiegelbeeld van het Ambiorixstandbeeld in Tongeren (eveneens van zijn hand); het werd echter tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigd.

Velen denken dat Ambiorix en Vercingetorix dezelfde persoon waren. Niets is echter minder waar. Ambiorix was ten tijde van Julius Caesars verovering van Gallië samen met Catuvolcus, koning van de Gallische stam de Eburonen, die in een gebied in het tegenwoordige België en gedeeltelijk in Nederland leefden. Ambiorix en Vercingetorix waren wel tijdgenoten maar als Koning der Eburonen had Ambiorix wellicht meegestemd om van Vercingetorix een soort van opperbevelhebber der Galliërs te maken al kan dat natuurlijk niet bewezen worden. De parellellen gaan nog verder want beide mannen versloegen de legioenen van Caesar en werden daarna opnieuw verslagen. Er zijn echter geen verslagen die bewijzen al zou Ambiorix gevangen genomen zijn.