10. Het gouden snoeimes

Titel in originele taal: La serpe d'or
ISBN-nummer: 9067-93022-9
Eerste druk: 1962
Uitgeverij: Dargaud Uitgeverij
Tekenaar: Albert Uderzo
Scenarist: René Goscinny
Het dorp is in rep en roer wanneer Panoramix zijn gouden snoeimes breekt. Enkel met een gouden snoeimes kan de maretak voor de toverdrank gesneden worden. Geen snoeimes betekent dus ook geen toverdrank en dat zou een ramp betekenen voor het dorp, want nu zijn ze kwetsbaar. Er wordt besloten om in Lutetia naar Amerix te gaan. Amerix is een verre neef van Obelix en tevens de beste handelaar van gouden snoeimessen. Met 100 gouden ducaten op zak trekken Asterix en Obelix naar Lutetia.

Als ze in de grote stad aankomen gaan ze op zoek naar Obelix' neef. Ze vinden echter enkel een afgesloten woning en wanneer ze rondvragen waar de snoeimessenhandelaar is, wordt er zeer geheimzinnig gedaan. Amerix zou de stad verlaten hebben en dus zitten beide vrienden met de handen in het haar. Want hoe geraken ze nu aan een goed snoeimes. Hun klaagzang wordt gehoord door ene Lentix, die beweert een goede vriend te zijn van Amerix. Hij bevestigd het verhaal als zou Amerix de stad verlaten hebben, maar hij weet wel een adres waar nog gouden snoeimessen te vinden zijn. Hij brengt beide vrienden naar een herberg, waar ze contact maken met Avoranfix. Deze man kan ze een snoeimes verkopen voor 3000 ducaten. Dit kan en wil Asterix niet betalen en er volgt een handgemeen waardoor ze gearresteerd worden en voorgeleid worden bij Gracchus Plaindastus, de plaatselijke perfect. Ze worden vrijgelaten maar ze leren wel dat met het oog op de naderende druïden-bijeenkomt er een bende aan het werk is die alle snoeimessenhandelaars heeft ontvoerd waardoor zij de alleenverkoop hebben en woekerprijzen kunnen vragen.

Asterix is er nu van overtuigd dat Amerix nog in Lutetia is en gaat op zoek naar de handelaar. Ze nemen hun intrek in zijn huis en ze trekken op onderzoek. Hun spoor richt zich al snel naar Lentix en ze doorzoeken zijn huis. Hun inbraak wordt ondekt door een patrouille en wederom vliegen ze achter de tralies. Daar horen ze van een medegevangene dat hij in de herberg Lentix vaak over "het hunnebed" heeft horen vertellen. De beide vrienden twijfelen geen moment en ze breken uit de gevangenis om het befaamde hunnebed te zoeken. Ze trekken het woud in en als ze de stenen massa hebben gevonden is het wachten op Lentix. Lang hoeven ze niet te wachten maar als ze de man op de nek willen vallen is hij opeens verdwenen. Dit kan enkel betekenen dat er ergens een geheime gang moet zijn. Als bij toeval wordt de ingang door Obelix gevonden en na door een lange gang te zijn gewandeld komen ze in een kamer met allemaal gouden snoeimessen. Ze hebben duidelijk het schuilhol van de bende gevonden. Ze vinden echter geen Amerix en ze dwingen Lentix dan ook om te spreken. Zo komen ze erachter dat er nog een grote baas is en dat Amerix daar gevangen zit.

Ze moeten dus terug naar Lutetia om Avonranfix te vinden, want enkel hij kan ze naar de grote baas leiden. Tijdens hun zoektocht naar de man worden ze weer gearresteerd en komen zo terug in het paleis terecht waar ze de perfect zien dineren in het gezelschap van Anvoranfix. De conclusie is dus snel gemaakt. Perfect Pleindastus is de leider van de bende. Wanneer hij dit toegeeft wordt hij dan ook onmiddellijk aangehouden. De Perfect zegt hen dat Amerix in de kelder van het paleis zit waardoor Asterix en Obelix diens achterneef kunnen bevrijden. Uit dankbaarheid krijgen ze een snoeimes cadeau waardoor ze terug huiswaarts kunnen keren.