4. tegen... de Brokkenmakers

Titel in originele taal: contre... les Casseurs
ISBN-nummer: 90-6421-018-7
Eerste druk: 1979
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: Christian Denayer
Scenarist: André-Paul Duchâteau

In San Francisco maakt een bende afpersers de streek onveilig. Zij bieden hun "bescherming" aan in ruil voor eer percentage van de omzet en als de mensen dat weigeren wordt hun zaak of een gedeelte ervan met de grond gelijk gemaakt. Ze krijgen van de politie dan ook de toepasselijke bijnaam: "De Brokkenmakers". Wanneer ze opduiken met Norton Tempest kan diens dochter Candy de politie bellen. Brock en Al stuiven naar de villa van de miljonair waar ze nog net op tijd zijn om te zien hoe een helicopter gebruikt wordt om de wagen van Tempest door de glazen koepel van het zwembad te smijten. De ravage is enorm en de daders kunnen ontkomen.

De volgende dag gaan Al en Brock verder op onderzoek. Brock komt echter niet verder dan de parking en wordt daar onder schot gehouden door een man. Hij eist dat Brock achter het stuur van zijn wagen plaats neemt en samen rijden ze weg. De man stelt zich voor als Slim Barnum, één van de Brokkenmakers. Hij wil geen deel meer uitmaken van de bende en vertelt wie de werkelijke baas van de bende is. Brock is zo van de kaart bij het horen van de naam dat hij de wagen in de prak rijdt. Later wordt hij wakker in het ziekenhuis met Al naast zijn bed. Helaas kan Brock door het ongeval de naam die hem werd toevertrouwd niet herrinneren. Ze kunnen dus niet anders dan het onderzoek gewoon verder zetten.

Ze beginnen bij Bert Rawlins, de eigenaar van de "Show Boat", een drijvend luxe hotel. Ze zijn nog maar net op het schip wanneer de Brokkenmakers opdagen. Ze slaan Brock en Al neer en ook de speelzaal wordt kort en klein geslagen bij wijze van waarschuwing. De twee politiemannen zijn echter snel genoeg bij hun positieven om de gangsters te achtervolgen tot aan een privé villa. Daar worden ze echter warm ontvangen en ze dwingen Brock en Al om acties uit te voeren of ze doden Candy Tempest. Hun eerste opdracht is om Barnum onder de ogen van de politiechef te bevrijden tijdens zijn proces in de rechtbank. Ze moeten dit doen door met een wagen tot in de raadzaal te rijden. De politiechef is vanzelfsprekend woedend en denkt dat Brock en Al overgelopen zijn naar de andere kant van de wet.

Nu ze Barnum in handen hebben kunnen ze hem opnieuw ondervragen om de naam van de bendeleider vrij te geven maar helaas voor de man zijn mond kan open doen wordt hij neergeknald. De bende wou hem duidelijk het zwijgen opleggen. Gelukkig begint Brock zich stilaan te herrinneren welke naam het was. Of het was Parker, de baas van het "Gringo" restaurant ofwel Rawlins, de baas van de "Show Boat". In ieder geval moeten ze vaststellen wanneer ze terug in de villa komen dat de vogels - Candy inbegrepen - gevlogen zijn. Al heeft gelukkig een plannetje.

Al weet dat hij Norton Tempest of de politie niet kan inschakelen. Candy zou immers onmiddellijk het kind van de rekening worden. Dus richt hij zich tot Joyle, de leider van een motorbende waarmee Candy goed bevriend is. Eerst richten ze hun pijlen op "De Dragon" een nachtclub waarvan Parker eveneens eigenaar is. Het plan is dat de Joyle en zijn bende met de motorfiets de nachtclub binnenrijden en paniek doen uitbreken. Al heeft zo de vrije hand om op zoek te gaan naar Candy of andere aanwijzingen. Het lijkt te lukken en al snel heeft hij Candy gevonden. Ze wordt echter bewaakt en Al wordt neergeslagen. Parker en zijn mannen hebben ondertussen Brock en de motorrijders kunnen overmeesteren. Wanneer Parker vraagt aan Brock om "De Dragon" verder te vernielen wordt alles duidelijk. Barnum heeft jaren geleden een bankroof gepleegd. Toen hij werd gevat had één van zijn mannen de buit verstopt. Maar eer hij kon vertellen waar juist werd hij vermoord. Omdat hij als medewerker van een architect het maar in enkele gebouwen kon verborgen hebben moesten ze al deze gebouwen platgooien. Nu is dus De Dragon aan de beurt.