43. Intermezzo in Hamaj'Oewait

Titel in originele taal: Intermezzo in Hamaj'Oewait
ISBN-nummer: 90-0220-837-5
Eerste druk: 1990
Uitgeverij: Standaard Uitgeverij
Tekenaar: Pom
Scenarist: Pom

Piet en Bert wandelen samen met Suzan door de besneeuwde straten als ze omver gelopen worden door een man. De man heeft haast en duwt hen een aktentas in de handen met de vraag de tas aan professor Kumulus te bezorgen. Eer ze kunnen zeggen dat ze Kumulus persoonlijk kennen is de man al verder gelopen en zien ze nog net hoe hij in een in een zwarte wagen wordt getrokken. De man wordt duidelijk ontvoerd maar onze vrienden kunnen niets doen om het te voorkomen. De ontvoerders hebben dadelijk door dat de aktetas niet meer in het bezit is van de man die ze net ontvoerd hebben en gaan ernaar op zoek. Ze merken de aktentas op in de handen van Piet en Bert en volgen hen tot aan Professor Kumulus. Onze vrienden hadden immers besloten om de aktentas naar hun vriend te brengen. Daar horen ze dat de ontvoerde man professor Pluyzer heet. Wellicht vindt Kumulus antwoorden in de papieren die in de tas zaten. Onze vrienden laten Kumulus de documenten bestuderen en gaan naar huis.

Als Kumulus de documenten heeft ontcijferd belt hij Piet en Bert om hen van zijn ontdekking te vertellen wanneer het gesprek abrupt wordt afgebroken wanneer twee mannen ongevraagd binnendringen in zijn woonst. Piet vreest het ergste en na een dolle rit door de sneeuw komen ze aan bij Kumulus, net op tijd om te zien hij hun vriend door twee mannen in een wagen wordt geduwd. Ze achtervolgen de wagen tot aan de dokken waar ze Kumulus op een schip willen krijgen. Piet en Bert halen er de politie bij maar wanneer Kumulus verklaard op vrije wil mee te gaan kunnen ze niet beletten dat hun vriend aan boord gaat. Kumulus was duidelijk onder invloed van een of ander middel waardoor hij willoos was. Gelukkig sprak één van de boeven zijn mond voorbij en vertelde de agent dat ze afvaren naar Hamaj'Oewait in opdracht van de Tuf-Tuf oliemaatschappij. Omdat ze niet aan boord van het schip mogen gaan ze dan maar naar de hoofdzetel van de oliemaatschappij waar ze eisen om met directeur Pierre Bidon te spreken. De discussie verloopt verhit maar Bidon doet alsof hij van niets weet. Piet en Bert staan weer met lege handen en besluiten terug naar de kaaien te gaan waar ze nog net het schip aan de horizon zien verdwijnen. Er zit nu niets anders meer op dan het vliegtuig te nemen richting Hamaj'Oewait.

Hun aanwezigheid in het oliestaatje is natuurlijk snel bekend en de bandieten wenden zich tot Hacha Ben Pepsi en zijn zonen om Piet en Bert te ontvoeren en op te sluiten. Natuurlijk kennen deze Piet en Bert niet en een gewone kelder zal onze vrienden niet tegenhouden. Ze breken uit en nadat ze Suzan hebben opgehaald in het hotel gaat het richting haven. Ze wachten tot het schip binnenloopt maar ook nu weer worden ze ontdekt. De Tuf-Tuf man moet nu een nieuwe list bedenken. Hij belt de politie en zegt dat er rare kerels rondlopen in de haven. Terwijl Suzan een ijsje gaat kopen komt de politie en ze nemen de twee vrienden mee voor een controle waardoor ze de professor zeker zullen mislopen. Als Suzan terugkomt met haar ijsje zijn Piet en Bert dan ook verdwenen. Een een voorbijganger vraagt ze of die niets gezien heeft en hij bevestigd dat Piet en Bert meegenomen werden door de politie. Suzan trekt dan maar naar het politiebureau waar meteen een fikse ruzie ontstaan. De agenten merken dat Suzan geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken en het gewoel trekt niet alleen de aandacht van de bevolking maar ook van de voorbij rijdende Emir.

De Emir van Hamaj'Oeweit vraagt wat er aan de hand is en na een korte uitleg beveelt hij de jongens vrij te laten. Hij nodigt ze uit in zijn nederige woning en daar doet ons drietal het volledige verhaal. Terwijl ze buiten op het terras aan het praten zijn merkt Piet een man op in de struiken. Hij wordt gevat en het blijkt één van de mannen van de Tuf-Tuf Oil company te zijn. De Emir laat hem het vuur aan de schenen leggen en de man vertelt al snel alles wat hij weet. Helaas komen ze niet te weten waar de professor naar toe gebracht werd. Dan herinnert Suzan zich dat ze in de haven een briefje toegestopt kreeg waarop stond dat ze niet moest vrezen en dat iemand die in kamer 13 van Hotel Zandvlo alles kan verklaren. Samen met de Emir gaan ze naar het hotel waar ze een uitgeputte man op het bed zien liggen. Het is niemand minder dan Theo Flitser.

Theo vertelt hen dat hij aan een rapportage werkt over de verdwijning van enkele geleerden. Het spoor bracht hem naar Hamaj'Oeweit en was zo eveneens getuige van het wegvoeren van professor Kumulus. Hij volgde de ontvoerders tot aan de de kust aan de andere kant van de woestijn waar hij zag hoe de professoren Kumulus en Pluyzer op een boot werden gebracht. De Emir weet wel zeker dat ze naar een onbewoond eiland voor de kust werden gebracht. Een ideaal schuiloord omdat daar nooit iemand komt. Samen met zijn paleiswacht rijden ze naar de kust en schepen in om het eiland te verkennen. Daar vinden ze inderdaad de professoren. Niet alleen de door hun gekende maar ook de voorheen ontvoerde geleerden. Kumulus geeft de verklaring voor hun verdwijning. Alles professoren werkten samen aan dezelfde formule om het olieverbruik drastisch te verminderen en daardoor zou de oliemaatschappij haar winsten eveneens sterk zien dalen. Daarom moesten de professoren verdwijnen en werden ze naar dit exotisch eiland gebracht waar ze het, ondanks hun gevangenschap, wel naar hun zin hadden. Flitser heeft zijn knalverhaal te pakken en als het artikel in de kranten komt wordt Bidon verplicht om op te stappen als directeur van de maatschappij. Eind goed al goed, ware het niet dat Kumulus, nu hij terug in het koude klimaat is, een serieuze verkoudheid heeft opgelopen.

Opgemerkt:

  • In Hamaj'Oewait logeren onze vrienden in Hotel Mépetrole. Een verbastering van de gekende Métropole hotels. Men kan in de naam ook "met petrol" afleiden. Petroleum is iets dan in deze landen inderdaad vrij aanwezig is.
  • Hamaj'Oewait kan gelezen worden als "amai hoe wijd" oftewel "amai hoe ver". In ieder geval geeft de naam van het land aan dat het niet naast de deur is.