3. De tweede getuige

Titel in originele taal: Le second témoin
ISBN-nummer: 9055-81028-2
Eerste druk: 1995
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: François Walthéry
Scenarist: Mythic

In een parkeergarage is Angus MacGuire getuige van de moord op Dino Mauro. Hij neemt contact op met de politie en via een line up kunnen ze de dader identificeren als Ricco Di Santo. Ricco was de rechterhand van Don Mauro en heeft heel wat connecties die zelfs reiken tot rechters. Meteen ook de reden waarom hij op borgtocht wordt vrijgelaten. Het is dus aan de politie van Chicago om Angus MacGuire te beschermen in afwachting van het proces. Ricco is radeloos wanneer hij niet achter de locatie van de getuige kan komen en tot overmaat van ramp blijkt er nog een tweede getuige te zijn.

Ricco belt naar zijn loopjongen Sergio Carrera en vraagt hem om een bom te plaatsen in de wagen van Sandra Parker die de tweede getuige blijkt te zijn. Helaas voor Sergio gaat de bom te vroeg af waardoor enkel hijzelf slachtoffer wordt van de ontploffing.
Sandra vertrekt helemaal overstuurd met een taxi naar haar hotel waar Rubine haar na wat speurwerk kan ondervragen. Na een doortastende vragenreeks kan ze niet anders dan bekennen dat ook zij getuige was van de moord op Don Mauro. Om haar te beschermen neemt Rubine haar mee naar huis zodat ze wat kan kalmeren. Lang is de rust niet gegund want ze werden gevolgd en de handgranaat door het raam is het bewijs. Gelukkig kan Rubine kalm blijven en de granaat nog snel terug naar buiten werpen. Nu moeten ze onderduiken en na wat rondzwerven komen beide meiden aan bij een louche motel. Ze huren een bungalow voor de nacht. Rubine is nog maar net ingedommeld of ze wordt door Miss Parker gewekt omdat ze een sterke benzinegeur ruikt. Rubine begrijpt het onmiddellijk en samen vluchten ze naar buiten. Enkele tellen later staat haar bungalow in lichterlaaie. Enkel het politiebureau kan nu veiligheid bieden en de commissaris beslist dan maar om haar schuil te laten houden op het adres van Angus.

Nu heeft Rubine terug te handen vrij. Ze gaat naar de lijkschouwer waar ze verneemt dat de bommenlegger Sergio was. Een bezoekje aan diens weduwe levert enkel een telefoonnummer op. De nummer van ene Marco die klaarblijkelijk de opdrachtgever was voor het plaatsen van de bom. Daarna gaat ze naar het motel waar de brand ondertussen onder controle is. De brandweer bevestigd dat het vuur werd aangestoken en de woedende hospita duwt de rekening in Rubines handen. Groot is haar verbazing dat op de rekening ook een telefoongesprek staat aangerekend en dat naar het zelfde nummer dat ze van Mevrouw Carrera gekregen had. Omdat Rubine geen gesprek heeft gehad kan het enkel door Sandra Parker gepleegd zijn. Er gaat Rubine een lichtje op. Miss Parker is helemaal geen tweede getuige. Ze is een moordenaar ingehuurd door Di Santo. Enkel als getuige kon ze bij Angus in de buurt komen. Ze belt naar de commissaris om het adres van de onderduikwoning te krijgen en ze hoopt dat ze niet te laat is.

Als ze bij het onderduikadres aankomt merkt ze dat de twee agenten die instonden voor de bewaking doodgeschoten zijn. Angus en Sandra zijn nergens te bespeuren. Rubine volgt enkele bloedsporen tot in de aanpalende bossen waar Sandra haar kan overmeesteren. Het ziet er hachelijk uit voor onze mooie politie inspecteur maar net als de moordenares te trekker wil overhalen vliegt er een pijl door haar arm. Angus is namelijk boogschutter en kon gewapend met zijn boog aan zijn killer ontsnappen. Gelukkig kon hij net op tijd ingrijpen om Rubine te redden. Sandra Parker beseft dat ze aan het kortste eind trekt en biecht alles op. Ze wordt samen met Ricco Di Santo gearresteerd. In het politiebureau worden ze beiden weggeleid als Mevrouw Carrera wraak neemt. Als gewezen zakkenroller was het een koud kunstje om Rubines revolver te stelen en zo de moordenaars van haar man zonder te verpinken neer te schieten.