12. De zoon van Spartacus

Titel in originele taal: Le fils de Spartacus
ISBN-nummer: 9030-33012-0
Eerste druk: 1975
Uitgeverij: Uitgeverij Casterman
Tekenaar: Jacques Martin
Scenarist: Jacques Martin
Na zijn avontuur in Egypte is Alex samen met zijn vriend Galva aanwezig op het feest van de nieuwe Pretor Gaius Curio. Het is een geweldig feest tot er enkele soldaten opduiken en de nieuwe Pretor komen inlichten dat Spartacus, de leider van de oude slavenopstand, een zoon heeft. Dit mag niet uitlekken want anders zou er wel eens een nieuwe slavenoorlog kunnen aanbreken.

Als Alex in de vroege uurtjes terug thuis komt blijkt dat er net een vrouw en haar zoon langs geweest zijn. De vrouw verklaarde vergezeld te zijn Spartaculus, de zoon van Spartacus. Enguinus, Alex' huisknecht, dacht dat het om een grap ging en heeft beiden weggestuurd. Enak, Galva en Alex gaan naar ze dadelijk achterna in de richting van het Forum. Ze kunnen de vrouw en haar zoon net voor de neus van de aanstormende wacht wegplukken en kunnen via de riolen aan hun achtervolgers ontsnappen. Bij het verlaten van de riool ontmoeten ze Fulgor, een man die nog onder Spartacus gevochten heeft. Samen vluchten ze de stad uit. Alex voelt echter dat er iets niet klopt. De ontsnapping, de ontmoeting met Fulgor, het verlaten van de stad, alles ging veel te gemakkelijk. En inderdaad Fulgor verteld alles aan Galva, hij verteld over zijn verraad, het verraad van Maia, de moeder van Spartaculus en de eigenlijke intenties. Zij wil Spartaculus in het noorden tegen een zo hoog mogelijke losprijs uitleveren.

Ondertussen gaat het viertal verder naar het Noorden. Alex is er vast van overtuigd dat hij uit de handen van Pompeius' soldaten kan blijven en zo Spartaculus veilig buiten de grenzen van het rijk kan brengen. Wanneer ze een meer willen oversteken vallen ze echter in handen van ene Livio Spura, stadhouder van Larius. Tijdens het eten zien Alex en Enak echter de mogelijk om te ontsnappen. Spartaculus en Maia blijven bij de stadhouder waar de ware toedracht van Maia duidelijk wordt. Spartaculus is ontroostbaar. Ondertussen zijn ook de mannen van Pompeius aangekomen met het goud. Een dodelijk spel kan beginnen. Iedereen valt elkaar aan voor het goud. Maia wordt vergiftigd. Enkel Spartaculus kan dankzij de inspanningen van Alex, Enak en Fulgor door een bergvolk in veiligheid worden gebracht.