9. Het Afgodsbeeld

Titel in originele taal: Le Dieu savage
ISBN-nummer: 9030-33009-0
Eerste druk: 1970
Uitgeverij: Uitgeverij Casterman
Tekenaar: Jacques Martin
Scenarist: Jacques Martin
Dit nieuwe verhaal begint wanneer Alex een brief krijgt van zijn goede vriend Generaal Horatius met het verzoek hem te vervoegen in Apollonia. Een nieuwe stad aan de Afrikaanse kust. Als hij samen met Enak en Heraklion in de stad aankomt, blijkt de generaal er echter niet te zijn. Ze worden door Gouverneur Tibertius Caro hartelijk ontvangen en wanneer deze de bewuste brief leest, ziet hij vrijwel onmiddellijk dat het over een vervalsing gaat. Het trio is echter verplicht om in de stad te blijven want er is geen enkel schip dat hen terug naar Rome kan voeren. Ondertussen stapelen de vraagtekens zich op. Buiten de stadswallen wordt een prachtig beeld van Apollo gevonden en Heraklion blijkt spoorloos verdwenen te zijn. Hebben de verdwijning en de ontdekking van een geneeskrachtig beeld iets met elkaar te maken?

Terwijl Alex en Enak op zoek gaan naar hun verdwenen Griekse vriend, krijgt het gevonden beeld een ereplaats in de tempel van Apollo. Heraklion blijft onvindbaar en Alex en Enak dreigen de moed te verliezen tot ze door Kora, een kleine inboorling geroepen worden. De jongeman verteld beide vrienden dat Heraklion werd meegevoerd door Grieken die zich schuilhouden bij zijn de Cyreneeërs, zijn landgenoten. Hij vertelt eveneens dat zijn moeder en Massina, zijn hoofdman door de Romeinen werden gevangen genomen, en dat deze laatste wellicht wel weet waar Heraklion werd naartoe gebracht. De ondervraging van de man levert echter niets op en Alex kan enkel nog op een wonder hopen.

De volgende dag op het feest ter gelegenheid van Apollo gebeurt er iets vreemds. De landvoogd Valerius Munda laat een slavin geselen voor de ogen van Kora, haar zoontje. Alex vindt dit gedrag een Romein onwaardig en komt tussenbeide. De landvoogd vindt dit op zijn beurt een belediging en daagt Alex uit tot een gevecht op leven en dood met één van zijn soldaten. Als Alex wint mag hij drie slaven of gevangenen naar keuze bevrijden. Alex wint en vraagt de vrijlating van Kora, diens moeder en Massina.

Nog dezelfde nacht vertrekken Alex, Enak en zijn drie nieuwe vrienden. Onder escorte van een kleine groep soldaten verlaten ze de stad om op zoek te gaan naar de Cyreneeërs en Heraklion. Ze bereiken al snel hun doel en Massina vertrouwt Alex het geheim van het beeld toe. Het is een magisch beeld dat de macht bezit om gebouwen te doen instoren, en zo langzaam maar zeker de stad Apollonia kan verwoesten. Alex begrijpt niet wat hij hoort en wil onmiddellijk terug naar Apollonia. Maar eerst moet hij Heraklion opzoeken. Maar dan wacht hem een grote verrassing. Als hij een vertrek wil betreden wordt hij gestopt door Hera, de dochter van Massina De jonge vrouw vertelt hem dat er binnen die kamer een vrouw op sterven ligt. Een vrouw die er dankzij Alex zeer slecht aan toe is. Als Alex de kamer binnenkomt is zijn verbazing groot. Het is Andrea, de dood gewaande Koningin der Spartanen en moeder van Heraklion. Ze wordt bijgestaan in haar laatste uren door haar trouwe Astyanax.

Na de begrafenis keren de drie jongens, vergezeld van Kora terug naar de stad om het magische beeld van Apollo te vernietigen. Als ze terug in de stad zijn blijft er reeds bijna niets meer over van de indrukwekkende stad. Enkel nog wat ruïnes. Nadat ze met vereende krachten het beeld hebben kunnen in zee werpen wacht hen nog een laatste verrassing aan de rand van de stad. In het garnizoenskamp staat Valerius Munda te roepen en te tieren. Hij is gek geworden. Hij wil Alex aanvallen maar de uitgeputte man valt dood aan diens voeten. Hiermee is niet enkel de stad maar tevens de grootste vijand van de Cyreneeërs verdwenen.