2. De straf van de Walkuren

Titel in originele taal: La Sentence des Walkyries
ISBN-nummer: 978-9055-81771-9
Eerste druk: 2012
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: Giulio De Vita
Scenarist: Yves Sente

Nu Sigwald de dood van zijn dochter heeft gewroken trekt hij samen met Kriss weg uit de streek. Hij had beloofd Kriss te trainen en daarna wijdt hij haar ook in in de acrobatie. Velen jaren gaan voorbij en Kriss is ondertussen een jonge mooie vrouw geworden. Ze trekken rond in het land tot ze opeens een stad zien opduiken. De stad komt Kriss bekend voor en bij het binnentrekken denkt ze iemand te herkennen. Ze volgt de jonge man en via een pad komt ze terecht in Welgrund, het dorp waaruit ze velen jaren geleden heeft ontvlucht. Nu is ze eindelijk op een leeftijd gekomen dat ze haar wraak kan voltrekken.

Ze ziet ook voor het eerst Boomvoet terug. Hij is wapensmid en ze koopt zijn hele voorraad pijlen. Dat is ook nodig want ze wil het hele dorp uitmoorden. Alle dorpsbewoners hebben immers van haar jeugd geprofiteerd op alle wrede en vunzige manieren. Sigwald wil echter niet meedoen aan die moord maar laat haar begaan.

Kriss is door het dolle heen en vermoord iedereen die ze op haar weg tegen komt, zonder onderscheid te maken tussen mannen, vrouwen of kinderen. Als laatste gaat ze naar de hut van Almarik, het broer van Ferkel. Hij was zo mogelijk nog wreder dan haar stiefvader. Ze wil hem en diens zoon Schwitz als laatste doden, maar ze is te laat. Ze vindt de man in zijn bed met een ingeslagen hoofd. Helaas beseft ze te laat wat er aan de hand is en krijgt een kist tegen het hoofd gesmeten waardoor ze het bewustzijn verliest. Als ze terug bijkomt is ze naakt, vastgebonden en staat Schwitz over haar gebogen. Ze werd door hem verkracht. Sigwald is haar gevolgd en kan hij kan voorkomen dat de kerel zich nogmaals aan haar vergrijpt. Schwitz zal het met zijn leven moeten bekomen. Ze dwingt de overgebleven kinderen om juwelen en kostbaarheden aan haar over te leveren waarna het dorp wordt platgebrand. De kinderen moeten allemaal in verschillende richtingen vertrekken. De naam Welgrund mag nooit meer uitgesproken worden.

Kriss en Sigwald trekken verder de wereld in maar wanneer Kriss na enkele weken tekenen van zwangerschap vertoont beseft ze wat er gebeurd is en wil ze wit van woede de zwangerschap verbreken door een mes in haar eigen buik te planten. Sigwald kan haar tegenhouden en bidt haar vast aan een boom om haar tegen haarzelf te beschermen. Hij vraagt Kriss om na te denken alvorens impulsief te handelen. De volgende ochtend is ze gekalmeerd maar ze vraagt haar metgezel om haar naar de stad te brengen. Daar zouden Caladonische vrouwen de kracht bezitten om zwangerschappen af te breken. Kriss ondergaat pijnlijke rituelen door krachten van wat "de bloedsteen" wordt genoemd maar na enkele uren blijkt het ritueel gewerkt te hebben en is ze van het kind verlost. Kriss is zo verbitterd dat ze besluit om de bloedsteen, een enorme robijn te stelen van de mensen die haar geholpen hebben. Omdat ze tijdens deze diefstal enkele mensen moest doden was ze door haar voorraad pijlen heen en ging ze terug naar Boomvoet, waar ze voor het eerst kennismaakt met Thorgal, het sterrenkind.

Nu Freya haar hele verhaal heeft aanhoord spreekt ze haar straf uit. Kriss mag terug naar Mitgard, de wereld van de levenden maar mag niets of niemand meer doden zolang ze geen heldendaad heeft verricht. Doet ze dat wel, dan zal ze sterven en een eeuwige marteling ondergaan in de hel die Niflheim heet.
De Walkuren laten haar los en onmiddellijk ontwaakt ze in een tent. Heeft ze gedroomd? Hoe dan ook maakt ze kennis met Hildebrun die haar drie dagen geleden vond, doorzeeft met pijlen. Ze verzorgde haar en verwijderde alle pijlen, behalve één die te dicht bij haar hart zat. Hildebrun had haar gered omdat ze haar diensten misschien wel kon gebruiken.