19. Asterix en de ziener

Titel in originele taal: Le devin
ISBN-nummer: 9067-93007-5
Eerste druk: 1972
Uitgeverij: Dargaud Uitgeverij
Tekenaar: Albert Uderzo
Scenarist: René Goscinny

Wanneer er een fel onweer losbarst boven het dorp van de Galliërs daagt er plots een reiziger op die verklaart een ziener te zijn. Een ziener pretendeerd de toekomst te kunnen voorspellen en dus zijn de bijgelovige dorpsbewoners een gemakkelijke prooi voor de man. Hij verlaat het dorp maar wordt al snel door Bellefleur aangespoord om te blijven. Hij vreest Asterix en Obelix echter maar beloofd zich te installeren in het bos in ruil voor allerlei lekkers. Het is dus aan haar om beide vrienden uit het bos te houden. Helaas kan ze haar geheim niet verbergen voor de andere vrouwen van het dorp en al snel bezoeken de vrouwen met de regelmaat van de klok de ziener die ze de meest fantastische toekomst voorspelt.
Als Obelix en Idefix aan het spelen zijn in het bos stoot Obelix als bij toeval op de Ziener komt Asterix te weten dat iedereen in het dorp blijkbaar clandestien naar de Ziener gaat. Omdat Panoramix naar een bijeenkomst is van Druïden, kan hij niemand overtuigen dat de Ziener een charlatan is.

De Ziener heeft ervoor gekozen om zijn heil in de vlucht te zoeken maar hij wordt door een Romeinse patrouille opgepakt en naar het kamp Petitbonum gebracht. Daar wordt hij geconfronteerd met Centurion Claudius Bombastus die het wel een aangename gedachte vindt om over een ziener te beschikken. Zijn Optio begrijpt er niets van maar kijkt toe hoe de Centurion de ziener kan overhalen om terug te keren naar het dorp om zijn invloed aan te wenden om de Galliërs uit hun dorp te verwijden. Aan de poort van het dorp spreekt de ziener dan ook een vloek uit over het dorp en het effect laat niet op zich wachten. De Galliërs vrezen de toorn van de Goden en verlaten snel het dorp. De Romeinen zien de bewoners vertrekken en palmen onmiddellijk het lege dorp in. De centurion stuurt onmiddellijk een bode naar Rome om Caesar op de hoogte te stellen van de verovering van heel Gallië.

Asterix en Obelix kijken met lede ogen toe hoe de Romeinen hun dorp bezetten maar dan keert Panoramix terug van zijn congres en alles wordt uit de doeken gedaan. De druide maakt een brouwsel dat een geweldige stank via de wind naar het dorp voert en de Romeinen zo misselijk maakt dat ze terugkeren naar hun kamp.
Als de wind de stank verdreven heeft gaan Asterix, Obelix en de Druïde hun dorpsgenoten opzoeken. Panoramix geeft ze een demonstratie van zijn stankbrouwsel en spelt zijn dorpsgenoten zodanig de les dat ze besluiten om terug te keren naar hun dorp. Het wordt dus tijd om de Romeinen en hun ziener eventjes aan de oren te trekken. Panoramix maakt zijn ondertussen beroemde toverdrank en iedereen - behalve Obelix - krijgt een slok waarna ze naar Petitbonum trekken om wat klappen uit te delen. Als het kamp met de grond gelijk gemaakt is keren ze terug naar hun dorp waar ze Claudius Balorius aantreffen. Hij had namelijk de boodschap gekregen dat de Galliërs overwonnen waren. Hij is dus verwonderd wanneer hij geconfronteerd wordt met de dorpsbewoners en als ook hij in de klappen deelt is hij zo kwaad dat hij Claudius Bombastus onmiddellijk degradeerd tot legionnair. En de ziener? Die verdween en niemand heeft ooit nog van hem gehoord.