3. Drie grijsaards in het land van Aran

Titel in originele taal: Les trois vieillards du pays d'Aran
ISBN-nummer: 9064-21087-X
Eerste druk: 1981
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: Grzegorz Rosinski
Scenarist: Jean Van Hamme

Na hun huwelijk en het vertrek vanuit het dorp trekken Thorgal en Aaricia naar het zuiden. Op een dag trekken ze door een bos waar ze aangesproken worden door Jadawin, een rare dwerg die hen verteld dat ze in het land van Aran zijn aangekomen en dat ze verwacht worden om naar een feest te gaan. Thorgal is op zijn hoede maar Aaricia is dol op feesten en wil naar het feest. Het feest wordt gehouden in opdracht van de kasteelbewoners die zichzelf de "welwillenden" noemen.

Op het dorpsplein trekt een prachtig halsnoer opgehangen aan vier koorden de aandacht. Volgens de overlevering zou de persoon die de koorden met één enkele pijl kan losmaken heersen over het land van Aran. Blind voor de schoonheid van het juweel neemt Aaricia een pijl en snijdt de koorden los zonder aandacht te schenken aan de overlevering maar van zodra ze het juweel rond de nekt draagt wordt ze door de bewoners uitgeroepen tot hun koningin. Thorgal maant zijn bruid aan om onmiddellijk te vertrekken maar ze zijn te laat. De welwillenden, drie gemaskerde figuren dagen op vanuit het kasteel en bevestigen de voorspelling. Ze slaan Thorgal neer en laten hem achter in het bos als prooi voor de wolven. Aaricia wordt naar het kasteel gebracht.

Die nacht keert Thorgal terug naar het kasteel. Hij kan de wachten verschalken en overhoort een gesprek tussen drie oude mannen die de welwillenden lijken te zijn. Het gesprek gaat over het feit dat er echtgenoten gezocht worden voor Aaricia. Onder valse voorwendselen worden jonge notabelen naar het kasteel gelokt om met haar te huwen. Thorgal volgt Jadawin naar de vertrekken van zijn vrouw maar ze werd gedrogeerd en begint luidkeels te schreeuwen als Thorgal naderbij komt. De wachters snellen binnen en Thorgal kiest zijn heil in de vlucht. Vanuit de slottoren duikt hij in het koude water om aan zijn belagers te ontkomen. Een duik die niemand kan overleven.

Enkele weken later komen de eerste edelen opdagen om de hand van Aaricia te veroveren. Alvorens ze dit kunnen moeten ze eerst drie proeven doorstaan en enkel de winnaar van de laatste proef mag haar huwen. Een gemaskerde ridder kan Sigurd, een andere ridder overhalen om samen te werken en zo meer kans te maken op de eindoverwinning. Het plan lijkt te lukken maar dan wordt Sigurd lafhartig in de rug neergeschoten. Drie mannen blijven over, Volsung van Nichor die de moordenaar van Sigurd is, Karshan van Urizen en de gemaskerde ridder die zichzelf bekend maakt als...Thorgal.

Alle drie de mannen moeten op zoek naar een sleutel die bewaakt wordt door een wachter. Alle drie moeten samen terugkomen of de proef is mislukt. Ze moeten het ruime sop kiezen en na een tijdje steekt er een storm op waardoor het bootje in een draaikolk terecht komt. Als de mannen terug bij bewustzijn komen zijn ze gestrand op een vreemde plek door een naakte dame die de sleutels aan haar gordel draagt. Om een sleutel te krijgen moeten de mannen bewijzen dat ze een goede koning van Aran zouden zijn. Karshan prijst zijn kracht en daardoor wordt de vrouw afgeleidt waardoor Volsung haar in de rug kan overmeesteren en vastbinden om zo de sleutels te stelen. Thorgal eist echter dat ze de vrouw losmaken maar Thorgal wordt neergeslagen. Als hij bijkomt hebben beide mannen al de gouden en zilveren sleutel gestolen. De sleutelwachter geeft Thorgal een loden sleutel waarna de drie mannen terugkeren naar Aran. Om Aarici te huwen en de schat van Aran te bezitten moeten de mannen nog een laatste proef ondergaan. Ze moeten het water van de nacht ter tijden zoeken en terugbrengen. Het water bevindt zich in de tweede wereld. Een wereld die achter één van drie poorten ligt en die enkel kan geopend worden met de sleutels die ze verkregen hebben.

Karshan probeert de eerste poort maar van zodra hij de sleutel omdraait wordt hij verzwolgen door een enorme watermassa. Volsung heeft de zilveren sleutel en bij hem steekt er een orkaan op die hem wegvoert door de lucht. Dan is het de beurt aan Thorgal. Hij wordt bij het openen van de poort weggezogen naar een vreemde wereld waar hij opnieuw wordt verwelkomd door de sleutelwachter. Als hij terugkeert in het kasteel lijkt alles anders. De schat is weg, het dorp is weg en de drie welwillenden blijken nu jonge kerels te zijn. Het wordt nu allemaal duidelijk. Het water dat Thorgal moest vinden is een soort van verjongingsdrank voor de welwillenden. Omdat Thorgal niet wil dat de drie kerels nog mensen zullen kwaad doen giet hij het water voor hun ogen op de grond waardoor de drie onmiddellijk een pijnlijke dood sterven. Eindelijk kan hij met Aaricia ontsnappen uit dit vreselijk avontuur.