Urbanus heeft een pletwals gekregen voor zijn verjaardag en fier dat hij is rijdt hij door Tollembeek om zijn nieuwste aanwinst te tonen. Het spreekt vanzelf dat hierbij de nodige ongelukken gebeuren die echter volledig aan hem voorbij gaan. Wanneer zijn aandacht getrokken wordt door een vrouw die beweert dat er spoken in haar huis zitten schiet hij ter hulp. Met zijn pletwals jaagt hij op een spook en dat geeft hem een idee. Hij opent de Spokenwasserij, een bedrijf dat zich specialiseert in het vangen van spoken. De naam heeft echter een averechts effect want iedereen denkt dat het over een droogkuis gaat. Iedereen brengt hem hun vuile was en al snel draaien er een aantal wasmachines op volle toeren. Urbanus zou Urbanus niet zijn wanneer hij creatief omgaat met de nutsvoorzieningen en al snel wordt er een einde gemaakt aan zijn wasserij. Het gepruts brengt hem op het idee om zijn bedrijf te hernoemen naar de "Ghostprutsers". Het lijkt een goede zet want hij wordt aangeworven door Wulpse Zulma om enkele dronken spoken uit haar kelder te verdrijven.
Ondertussen moet Barones Pif de Zwif afrekenen met een trauma dat ze heeft opgelopen toen ze Cesar zijn achterwerk heeft gezien. Ze kan het niet helpen maar alle ronde voorwerpen wordt door haar brein omgevormd tot een kont. Het neemt zodanige proporties aan dat ze zelf wordt opgenomen in een psychiatrische instelling. Haar collocatie is echter geen goed nieuws voor de hogere adel en op vraag van de Koning wordt ze vrijgelaten. Ze trekt naar Afrika waar ze enkele romantische avontuurtjes beleeft maar daardoor ook moet vluchten voor een bedrogen vrouw. Haar vlucht naar huis verloopt ook niet zonder slag of stoot en ze wordt uit het vliegtuig gesmeten en valt zo recht in de armen van Cesar. Bewusteloos voert ze hem af maar voor het vervolg moet men de volgende albums lezen.