Wanneer Robert en Bertrand doorheen het land trekken zijn ze getuige van een overval. Een man met een rammasker belaagt een vrouw en snellen ter hulp. De Ram vlucht weg en de vagebonden zijn verrast wanneer ze zien dat de vrouw niemand minder is dan mevrouw Mangin, de echtgenote van het hoofd van het parket. Ze vertelt beide mannen dat de gemaskerde wellicht deel uitmaakt van een zaak waarop haar man werkt. Ze vertelt eveneens hoe François Pilchard, een buitenlands agent, belangrijke dossiers heeft gestolen en op de vlucht is voor de veiligheidsdiensten. Het onderzoek brengt hen tot aan de Rode Herberg waarvan ze denken dat François er verbleef net voordat hij in de handen van de bende van de Ram viel. Mevrouw Mangin belooft om Joeki op te vangen tijdens de vakantie als de mannen de zaak willen onderzoeken.
Onder het alias van Engelse toeristen nemen Robert en Bertrand hun intrek in de Rode Herberg. Ze maken kennis met de waardin Adelaïde Chaton, haar broer Lambert en de dienstmeid Jacqueline. Lambert werd in de oorlog aan het hoofd geraakt en is sindsdien blijkbaar zwakzinnig. Ze worden door Jacqueline naar hun kamer gebracht en krijgen van haar de waarschuwing om 's avonds niet naar buiten te gaan omdat de bende van de Ram de buurt onveilig maakt. Ze gaan slapen maar worden abrupt uit hun slaap gehaald door trompetgeschal. Lambert heeft weer een aanval en blies "ten aanval" op zijn klaroen. Voor ze terug naar hun bed gaan merken ze echter dat het luik van de kelder open staat. Als ze gaan kijken vinden ze Isidoor, de knecht, bewusteloos op de grond. Ze vermoeden dat Jacqueline er iets mee te maken heeft en terwijl Robert haar bezig houdt onderzoekt Bertrand haar kamer. Buiten een ring die gebruikt wordt voor berichten per postduif te sturen vindt hij niets.
Als Robert en Bertrand de volgende ochtend de omgeving verkennen moeten ze schuilen voor de plotse regen. Een jongen heeft dezelfde plek uitgekozen om te schuilen en wou net een vogelverschrikker gaan aankleden als Bertrand merkt dat de kleren de initialen F.P. dragen. Hij denkt dat de kleding aan François Pilchard heeft toebehoort en de jongen vertelt hen dat de kledij werd gevonden aan de ruïne van de oude watermolen. Ze gaan op onderzoek en vinden er het lichaam van de geheim agent maar geen documenten. De hoofdverdachte is vanzelfsprekend de Ram maar ze staan nog geen stap verder. Ze keren terug naar de Rode Herberg en zien vanuit het dakraam een postduif uitvliegen. Ze onderscheppen het bericht waarin staat dat ze ontmaskerd zijn en dat de helft van de documenten in veiligheid zijn. Ze verdenken de dienstmeid, vooral omdat die sinds het lossen van de duif spoorloos verdwenen is.
Ondertussen is Joeki met de postkoets op weg naar zijn vrienden wanneer deze overvallen wordt door de bende van de Ram. Mevrouw Mangin had agent Nummer 17 opdracht gegeven om de jongen te beschermen maar de man kon niet op tegen de overmacht van de bende. Robert en Betrand hebben de schoten gehoord en als ze op de plek van onheil aankomen horen ze dat de knaap werd ontvoerd. Nummer 17 en de vagebonden besluiten om tijdelijk samen te werken tot de zaak is opgelost. Robert en Bertrand achtervolgen de bende tot diep in het bos en vinden de jachthut waar hun beschermeling wordt vastgehouden. Ze vallen binnen en kunnen de bende oprollen maar ze zien niet hoe de Ram plots opduikt en een pistool tegen het hoofd van Joeki drukt. Hij bezit reeds de helft van de documenten en eist nu de andere helft die ze niet hebben. Joeki dreigt neergeschoten te worden omdat Robert en Bertrand de documenten niet hebben maar dan duikt Jacqueline op. Ze bekent dat ze de handlanger is van François Pilchard en dat ze beiden een deel van de documenten hadden. Ze wil haar deel van de documenten inruilen als ze daarmee het leven van Joeki kan redden. Dan ontstaat er een schermutseling waarbij een schot wordt gelost dat Jacqueline raakt. De Ram kan ontsnappen maar Robert heeft eindelijk begrepen wie de bandiet is. Hij laat Bertrand en Joeki bij Nummer 17 die ondertussen ook is komen opdagen en rent naar de Rode Herberg waar een koets klaar staat om te vertrekken. Als hij binnen gaat staat Adelaïde en haar broer klaar om te vertrekken. De Ram is niemand minder dan Lambert, die helemaal niet zwakzinnig blijkt te zijn.