Robert en Bertrand trekken zorgeloos door het land met hun beschermelinge Joeki wanneer ze aankomen in het grimmige Charleroi, gekend voor de steenkool die er in de grond zit. Ze zijn getuige hoe een arm gezin uit hun huisje wordt gezet door de deurwaarder. De man heeft een ziekte opgelopen in de mijn en kan niet meer werken om de huur te betalen. Ze kunnen zoveel onrecht niet verdragen en betalen de huurschuld aan de deurwaarder. Omdat deze zich gekrenkt voelt meldt hij hun aanwezigheid aan de rijkswacht. Omdat het te gevaarlijk wordt voor Joeki geven ze hem geld om de trein te nemen naar de kostschool waar hij veilig zal zijn. Tijdens de wandeling naar het station ziet hij hoe enkele kwajongens vechten over een hond. Hij besluit de jongen die de hond wil beschermen te helpen maar tijdens het gevecht verliest hij zijn geld. De jongen heet Pierre en neemt Joeki mee naar zijn huis waar hij de moeder en de grootvader leert kennen. Het gezin kent de armoede van de mijnwerkers en Emile, de grootvader heeft een longziekte opgelopen in de mijn. Pierre zijn vader stierf in de mijn tijdens een ontploffing. Ook Pierre werkt in de mijn zodat de eindjes aan elkaar kunnen geknoopt worden. Joeki wil het gezin niet tot last zijn en besluit mee te gaan werken in de mijn om wat geld te verdienen.
Als Joeki ziet hoe schietmeester Charles een paard met de zweep wil bewerken komt hij tussen en staat op het punt klappen te krijgen als Robert en Bertrand tussen komen. Zij lieten hun aanwerven in de put om de politie te ontwijken en werken toevallig in dezelfde gang als Joeki die bij is zijn vrienden weer te zien en nu zijn verhaal kan doen. Iedereen gaan aan het werk en 's avonds als ze boven komen horen ze dat de directie tegen de afspraken de lonen heeft verlaagd en dat er zal gestaakt worden. De mijnwerkers trekken naar de kantoren waar ze Jacques Triffaut, een ingenieur mijnbouw en zijn verloofde Elvire belagen. Elvire is de dochter van Henri Lagroux, de directeur van de mijn. Robert en Bertrand kunnen de kompels bedaren en trekken naar het huis van Pierre in afwachting van het beloofde gesprek met de directeur. Het gesprek met de directeur levert niets op en Elvire kan niet begrijpen waarom haar vader de arbeiders zoveel onrecht aandoet. De man is niemand een verklaring schuldig en heeft zelfs het leger opgevorderd om de staking te doorbreken. Een ongeluk komt nooit alleen want ook Nummer 17 werd naar Charleroi gezonden om de orde te bewaren en hij vindt Robert en Bertrand op zijn pad. De jacht is weer geopend.
De volgende dag hoort Elvire een gesprek tussen haar vader en Trichard, de voorzitter van de raad van bestuur. De staking werd door Henri uitgelokt omdat het leger de kolenreserves goedkoper in de wagons kan laden dan de mijnarbeiders. Hij kreeg deze opdracht van Trichard en de raad van bestuur die zelfs Charles willen inschakelen om rellen te veroorzaken waarbij geschoten zal worden. Elvire weet niet wat ze hoort en gaat onmiddellijk Jacques en Robert en Bertrand inlichten in het huis van Emile. Robert en Bertrand besluiten om Trichard te confronteren en een bekentenis af te dwingen. Ze vragen betere lonen, huisvesting en de afschaffing van de kinderarbeid. Ze keren terug naar huis om het goede nieuws te melden maar horen dan dat Emile naar de mijn is gegaan met enkele dynamietstaven. Hij is niet op de hoogte van het succes dat Robert en Bertrand hebben behaald en Pierre, Joeki en Elvire gaan hem achterna om hem te behoeden van een stommiteit. Als ze Emile zien in de mijntunnel is het al te laat. Er volgt een ontploffing die de gang laat instorten en vol water doet lopen. Emile wordt gescheiden van het drietal en allen hebben veel geluk dat de instorting hen niet verpletterd heeft. Jacques, Robert en Bertrand dalen op hun beurt af in de schacht om hulp te bieden maar het is hard werken en misschien komen ze te laat om hun vrienden te redden. Bovengronds hebben de alarmsirenes ondertussen ook reeds hun werk gedaan en de reddingsploegen snellen ter hulp. Met man en macht wordt er gewerkt en al snel zijn Joeki, Pierre en Elvire gered uit hun hachelijke situatie. Helaas heeft Emile minder geluk. Hij overleefde de instorting niet en zijn stoffelijk overschot wordt door zijn vrienden naar boven gebracht.