De beroemde paleontoloog Hendrik Borstel en zijn zoon Benjamin logeren een tijdje bij professor Gobelijn. De twee mannen plannen een grote ontdekkingsreis naar Alaska en Benjamin heeft het virus van de archeologie overgedragen aan Jommeke en Filiberke. Ze graven op ieder stukje braak terrein op zoek naar oude botten die ze dan zullen tentoonstellen in hun pop-up museum. De jongens worden goede vrienden en Benjamin mag zelfs bij zijn vrienden logeren blijven terwijl Hendrik en Gobelijn op reis zijn.
Het is Hendriks broer Boris die de mannen naar Alaska vliegt. Hij runt immers een vliegschool en heeft zijn eigen vliegtuig. Tijdens de vlucht zitten Hendrik en Jeremias wat te praten en Boris hoort hoe ze spreken over geheime projecten in Siberië, een speciale opsporingssensor en Bravosaurussen. Boris krijgt ijskoude rillingen bij de gedachte dat er terug dino's op aarde zouden rondlopen die de mensheid in gevaar zouden kunnen brengen. Hij besluit dan ook naar Siberië te gaan om het geheim op te sporen terwijl de professoren nog even in Alaska zijn.
Op het thuisfront ziet Benjamin dat zijn vader een tas is vergeten. In de tas ook de sleutel van zijn kantoor in het Museum van Natuurwetenschappen in Brussel. Hij stelt voor om samen met Jommeke en Filiberke de nacht door te brengen in het museum. Ze moeten wel opletten voor de nachtwaker maar dat maakt het avontuur wat spannender. Ze gaan van hal naar hal om de skeletten van de Dinosaurussen te bestuderen tot de aandacht van Jommeke wordt getrokken door een inbreker in het kantoor van Hendrik. Hij slaat alarm maar de dief loopt hem omver en vooraleer de knaap iets kan doen is de nachtwaker op het tumult afgekomen en grijpt hen bij de lurven. Ze leggen alles uit maar de dief is ondertussen lang verdwenen. Ze ruimen dan het kantoor maar wat op en kijken of er niets werd gestolen. Zo ontdekken ze een lege "Top secret" map over Siberië en een kaart van dat gebied waarop een kruisje staat. Met Hendrik onbereikbaar in Alaska besluiten de drie dappere jongens dan maar om zelf op onderzoek te gaan in het koude Siberië.
In de garage van Gobelijn vinden ze nog een oude vliegende bol en dus is het maar een koud kunstje om naar het verre gebied te vliegen. Onderweg halen ze het vliegtuig van Boris, die ook onderweg is naar Siberië, in zonder dat ze het van elkaar weten. Niet veel later komen de jongens aan bij een blokhut aangegeven door het kruisje op de kaart en terwijl Jommeke voedsel en warme kleren gaan kopen blijven Ben en Filiberke aan het haardvuur wachten. Dan is het tijd om te wachten tot de inbreker zal opdagen. Ze houden om beurt de wacht en wanneer het Filiberkes beurt is wordt hij afgeleid door een konijn in nood. Hij wil het diertje gaan helpen maar dan zakt de sneeuw weg onder zijn voeten en komt terecht in een ijs grot. Daar doet hij een fantastische vondst. Een babydino ingevroren in de ijswand. Hij begrijpt nu waarom deze plek een geheim moest blijven en licht zijn vrienden in. Ze besluiten de dino uit de wand te kappen en naar professor Denkekop te brengen alvorens de inbreker opdaagt. Zij weten natuurlijk niet dat de inbreker Bens oom is. Bij zijn aankomst heeft Boris de jongens dan ook direct herkend en met een doek over zijn hoofd om onherkenbaar te blijven wil hij de jongens wegjagen. Hij heeft er echter niet op gerekend dat Filiberke de slaapstraler van Gobelijn heeft meegesmokkeld waarmee hij de man kan bedwelmen. Zo komen ze te weten wie de man is en kunnen ze ontsnappen vooraleer hij wakker wordt. Als Boris wakker wordt is hij tevreden. De jongens hebben het op een lopen gezet zodat hij ongestoord kan verder zoeken.
Bij professor Denkekop hebben de jongens ondertussen het dinotje in een speciale kunstmatige baarmoeder gelegd. De volgende ochtend krijgen de jongens een verassing. De dino is ontdooit en leeft. Het dier ziet in Flip een zielsverwant en dus noemen ze het een Flipposaurus. Nu moeten ze alleen nog proberen om het geheim te houden voor de buitenwereld en dat is makkelijker gezegd dan gedaan voor een speels dinojong. Maanden gaan voorbij en de dino groeit als kool. Al snel is hij meer dan vier meter groot maar dan duikt er een probleem op. De Flipposaurus is eenzaam. Het ontbreekt hem immers aan liefde van een soortgenoot. Ze besluiten dan ook maar om terug te keren naar Siberië in de hoop een soortgenoot te vinden. Met Flippo in de laadruimte rijden ze met een vrachtwagen terug naar het Noorden in de hoop tweede dino te vinden. Ze konden helaas niet vermoeden dat Boris na al die maanden nog steeds op zoek was naar het geheim. Hij ziet hoe Denkekop en de jongens een Dino hebben opgevoed en beseft wat ze komen doen. Hij moet voorkomen dat ze nog een dino vinden omdat ze zich anders gaan vermenigvuldigen en een bedreiging voor de mensheid kunnen worden. Flippo had vriendschap gesloten met een haan en zonder dat iemand het wist was de haan met Flippo meegekomen. Kukkekeku zoals ze het beestje noemen was in de buurt wat aan het scharrelen als hij meegenomen wordt door Boris. Hij hoopt zo een drukkingsmiddel in handen te hebben. Helaas valt hij net zoals Filiberke in een put waar hij hard ten val komt. Flippo vindt de opening en door zijn gewroet valt hij samen met Jommeke eveneens door het gat. Boris beseft dat hij stout is geweest en wil graag helpen. Dat komt goed uit want in de grot vinden ze een groot Dinosaurusei. Ze nemen het mee naar huis om het ei in het toestel te leggen en zo hebben ze in een mum van tijd twee dino's. Ditmaal een vrouwtje dat ze Flippa noemen. Kapitein Jan Haring belooft ze om de dino's naar het dino-eiland (lees: De snoezige dino's) te brengen waar ze een gelukkig leven kunnen leiden.
Opgemerkt: