Annemieke en Rozemieke zijn op bezoek bij hun grootouders in de Ardennen. Ondanks dat opa hun verboden heeft om in het donkere woud te gaan heeft Annemieke die waarschuwing in de wind geslagen. We vinden haar terug in volle paniek, op de loop voor iets of iemand dat haar verschrikkelijk veel angst inboezemt. Rozemieke wacht niet op hulp en gaat op haar beurt het woud in op zoek naar haar tweelingzus. Het duurt niet lang of ook zij wordt geconfronteerd met de verschrikking waar haar zus voor op de loop was. Insecten die groter zijn dan henzelf.
Rozemieke stormt weg en loop dieper in het woud waar ze plots voor de poort van een vervallen kasteel komt te staan. Vanuit het kasteel hoort ze het gegil van Annemieke. Ze schiet ter hulp en ziet zo hoe haar evenbeeld wordt aangevallen door een reuzemier. Ze kunnen zich verstoppen voor de reuzeninsecten maar hoelang kunnen ze het uithouden. Ze vluchten verder en komen zo op het dak terecht waar ze voorlopig veilig zijn.
Ondertussen werd hun verdwijning opgemerkt door opa die op zijn beurt het woud betreedt. Het duurt niet lang of ook hij staat oog in oog met een nieuwe reus. Een spin ditmaal. Hij probeert te ontkomen maar hij wordt gevangen in het web van de spin en opgerold tot een cocon. Als opa ook lang wegblijft roept oma de hulp in van Jommeke en Filiberke die toevallig in de buurt op Kayakvakantie zijn. De beide knapen gaan op zoek naar opa en de Miekes en zien al snel waar het probleem ligt. Ook zij moeten verschrikt de benen nemen voor de reuze insecten en vluchten terug naar oma. Daar bedenken ze een strijdplan waarbij enkel professor Gobelijn redding kan brengen. Hij moet iets uitvinden om de insecten terug hun correcte grootte terug te geven. Een koud kunstje voor de professor die enkele tellen later reeds met de vliegende bol in de lucht hangt richting Ardennen. Zonder het te weten is ook Choko aan boord gekropen en daar zullen ze geen spijt van krijgen.
Gewapend met de verklein-spray trekken de professor en de jongens terug door het woud en geven alle insecten die ze tegenkomen de volle laag. Al snel staan ze voor de poort van het kasteel om de Miekes te redden maar er zijn gewoon teveel insecten en plots zijn hun sproeiers leeg. Ze kunnen niet anders dan zich verschuilen en hopen dat er hulp komt opdagen. Die hulp komt van oma. Ze heeft dan wel geen verklein-spray maar wapent zich met enkele kilo's bloem waarmee ze de insecten kan verblinden. Ze kan iedereen veilig uit het kasteel krijgen maar opa is nog steeds onvindbaar. Ze moeten wachten tot er nieuwe spray wordt aangemaakt maar ze weten niet dat ook Choko nog steeds in het dichte woud rondloopt en opa heeft gevonden. De aap heeft geen angst van de reuzespin en kan het beest zelfs wegjagen waardoor hij opa uit de cocon kan halen. Ze vluchten weg en wanneer ze in de armen van Jommeke en zijn vrienden lopen lijkt de nachtmerrie voorbij. Gewapend met een nieuwe lading verklein-spray kunnen ze de rest van de reuze insecten terug normaal maken.
De reden van de abnormale groei vinden ze in het kasteel. De tuinman van de voormalige bewoner, graaf Potiron, zocht altijd naar middelen om de grootste pompoenen te kweken. Blijkbaar had hij een geheim middeltje uitgevonden waardoor hij altijd wedstrijden kon winnen. Na de dood van de graaf zal wellicht dit middeltje achtergebleven zijn in de kelders van het kasteel. Gelukkig kan iedereen het nog navertellen. Wel was het één van de angstigste avonturen die zo ooit beleefd hebben.