Als Jommeke nootjes gaat kopen voor Flip zien ze in de dierenwinkel een mooie roodstaartpapegaai. Het dier lijkt er weg te kwijnen en Jommeke mag Poe, zo heet de vogel, mee naar huis nemen in de hoop dat hij wat opknapt. Poe vertelt dat hij afkomstig is van het eiland Toré en dat daar enorm veel papegaaien worden gevangen. Zoveel dat ze er misschien met uitsterven bedreigd zijn en dat dit één van de redenen is waarom hij zo neerslachtig is.
Jommeke beloofd Poe te helpen maar eerst moet hij wat opbeuren. Weken gaan voorbij en als het dan eindelijk vakantie is wordt het tijd om in actie te komen. Samen met Filiberke nemen ze de vliegende bol naar Toré. Lang duurt het niet alvorens ze enkele mannen in het oerwoud tegenkomen. Als ze de mannen volgen vinden ze een kamp waar wel 100 Roodstaartpapegaaien gevangen zitten. Als ze de vogels willen bevrijden zullen ze snel moeten zijn want in de baai van het eiland is reeds een schip met opkopers aangemeerd.
Tijdens de nacht trekken ze erop uit om de kooi te openen en de papegaaien te bevrijden. Alles verloopt vlekkeloos en als 's ochtends de opkoper Pedro opduikt om de vogels in ontvangst te nemen zien ze dat alle vogels ontsnapt zijn. De mannen van Tjokov beseffen al snel dat de papegaaien hulp gehad hebben en gaan op zoek om Jommeke en zijn vriend te vinden. De beide knapen broeden dan weer op een plan om de stropers van het eiland te jagen zodat ze ook in de toekomst veilig zullen blijven.
In de volgende nacht saboteren de jongens de netten van de stropers maar hierdoor geven ze zichzelf bloot. Vogels kunnen immers netten niet losmaken en vanaf nu lopen ze in de kijker. Er zit niets anders op dan de papegaaien te leren om voor zichzelf op te komen. Als de stropers de volgende dag weer netten willen plaatsen worden ze aangevallen door een zwerm papegaaien onder leiding van Poe en Flip. Dan wordt het tijd om de volgende stap te plannen. Flip vliegt naar het kamp in de hoop daar wat informatie te vinden maar trapt in een val die voor hem werd opgezet. Terwijl Filiberke terugkeert naar de vliegende bol probeert Jommeke zijn gevleugelde vriend uit de handen van de stropers te bevrijden. Samen met enkele Roodstaartpapegaaien slaagt hij in zijn opzet maar daarmee zijn de vogels nog niet gered.
De stropers bedenken het plan om de jongens op de kliffen in de val te lokken maar hier hadden ze op gerekend en met hulp van de papegaaien worden de stropers de zee in gejaagd. Nu de vogels geleerd hebben om zichzelf te verdedigen is het voor de mannen van Tjokov onmogeljk geworden om nog vogels te vangen. Jommeke stelt hen dan ook voor om Palmnoten te kweken. Een lekkernij voor iedere papegaai.
Opgemerkt:
De twee papegaaievangers heten Lakuka en Bentoko. Is dit een verwijzing naar het Belgische spitsenduo Lukaku en Benteke?