14. Aaricia

Titel in originele taal: Aaricia
ISBN-nummer: 9064-21758-0
Eerste druk: 1989
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: Grzegorz Rosinski
Scenarist: Jean Van Hamme

In dit album staan er enkele kortverhalen die ons een inkijk moeten geven over de sterke relatie tussen Thorgal en Aaricia.

De berg van Odin
Als Aaricia nog een klein meisje is sterft haar moeder. Niet wetende hoe ze met de dood moet omgaan gaat ze op zoek naar haar moeder en raakt verdwaald in het woud. Terwijl heel het dorp op haar op zoek is moet ze angstig de nacht doorbrengen in het donkere woud. Ze weent haarzelf in slaap en als ze wakker wordt heeft ze het gezelschap gekregen van twee elfen. Ze vertelt de elfen dat haar vader haar gezegd had dat haar moeder vertrokken is naar een groot paleis op de top van een berg en geen tijd had om haar mee te nemen. Nu is ze op zoek naar dat paleis om terug verenigd te worden met haar mama.

De elfen nemen haar mee naar de berg van Odin waar dat zogenaamde paleis zich zou bevinden maar ze brengen haar slechts tot aan de sneeuwgrens omdat elfen niet verder mogen gaan. De rest van de beklimming moet het meisje zelf doen. Ze begint aan de gevaarlijke beklimming als ze plots haar naam hoort roepen. Het is Thorgal. Hij heeft haar gevonden maar Aaricia wil niet mee. Ze klimt verder in de koude sneeuw, begint te hallucineren en valt uiteindelijk flauw van de koude. Als ze wakker wordt zit ze op de rug van Thorgal die haar naar beneden brengt. Hij zegt haar dat de elfen eigenlijk Nixen waren, leugendemonen die het leuk vinden om mensen in dodelijke vallen te lokken. Gelukkig was hij op tijd om haar te redden.

Eerste sneeuw
De hoofdman der vikingen, Leif Haraldson is dood. Iedereen toont zijn verdriet en respect behalve de vader van Aaricia. Hij is blij, want hij zal nu de nieuwe hoofdman worden. Thorgal is verdrietig over de dood van zijn pleegvader en vreest dat Gandalf de gek de bezittingen van Leif zal opeisen waardoor Thorgal niets meer heeft. Hij zal geen andere keuze hebben dan de stam te verlaten. Aaricia is verdrietig want met de winter voor de deur zal Thorgal zijn tocht wellicht niet overleven. Tijdens het feest waarbij de kroning van Gandalf wordt gevierd vertelt Aaricia dat Leif een grote schat had verborgen en voor zijn dood de locatie van de schat aan Thorgal had doorgegeven. Gandalf wil deze schat natuurlijk voor zichzelf en laat al zijn manschappen op zoek gaan naar de jonge Thorgal, of de bastaard zoals hij Thorgal noemt.

Enkele dagen later wordt Thorgal gevonden. Meer dood dan levend wordt de jongen terug naar het dorp gebracht. Maar hij is niet alleen. De mannen van Gandolf hebben ook een vreemdeling mee die onderdak voor de koude vraagt. Hij beweert iets van geneeskunde te kennen en wil als dank voor het onderkomen waken bij Thorgal. Bij het ontwaken wordt de jongen onmiddellijk ondervraagd over de schat die niet bestaat en Gandalf wil Thorgal een flinke rammeling geven als de vreemdeling tussenkomt. Hij heeft een schat voor Gandalf, namelijk de befaamde koningskroon. De vreemdeling heet Hierulf-de-denker en werd door de Althing gezonden om de kroon aan Leif Haraldson te overhandigen. Nu Gandalf hem opvolgt behoort de kroon hem toe, maar er is een prijs. Hierulf moet aan de zijde van Gandalf blijven om er op toe te zien dat de wetten van het volk en het beschermen van weduwen en wezen wordt nageleefd. Hierdoor kan Thorgal in het dorp blijven.

Holmganga
Er zijn enkele jaren voorbij en Thorgal werd verplicht om net buiten het dorp te wonen. Hij werd ook ontzegd om een opleiding te krijgen als krijger en zeeman maar moest van Gandal het beroep van Skald (dichter-zanger) opnemen hoewel hij daar totaal geen talent voor heeft vindt Aaricia het leuk om naar hem te luisteren hoewel de koning haar verboden had om nog met hem om te gaan. Aaricia wordt dan ook betrapt door haar broer Bjorn, die haar hardhandig aanpakt. Thorgal komt tussen beiden en slaat de jongen tegen de grond. Hij eist als zoon van de koning het recht op Holmganga. Een tweestrijd tot de dood die moet bevochten worden op een rots in de zee terwijl ze aan elkaar vastgeketend zijn. De koning stemt toe en de volgende dag moeten de jongens vechten. Bjorn is zelfverzekerd want hij weet dat er twee krijgers in het water liggen te wachten tot iedereen weg is. Dan komen ze tevoorschijn om zich tegen Thorgal te keren. Niemand zal ooit weten dat Thorgal door twee volwassen krijgers werd gedood maar ze hadden er niet op gerekend dat ook Aaricia ongezien tot op het eiland is geraakt. Ze beweert dat Hierulf op de hoogte was van het bedrog en vanop de rotsen toekijkt naar wat er gaat gebeuren. Enkel als de krijgers vertrekken zullen ze zwijgen. De mannen nemen het zekere voor het onzekere en vertrekken. Aaricia speelde echter bluf want Hierulf wist van niets. Als Bjorn zal ophouden met Thorgal te pesten en ook mag deelnemen aan de krijgersopleiding zal Aaricia niemand vertellen wat er zich op de rots heeft afgespeeld. Ze zal zeggen dat ze tussen Bjorn en Thorgal ging staan zodat ze niet konden vechten.

De tranen van Tjahzi
Van alle Goden in Asgard was de jonge Vigrid wellicht de meest onbekende. Op een dag besloot de jonge God om Asgard te verlaten en zich tussen de mensen in Mitgard te mengen. Hij wordt echter gepakt door de reus Hrun, de bewaker van de Ijszee. Hij was door Odin verbannen en daardoor haatte de reus alles wat uit Asgard kwam. Omdat hij een God niet kan doden blies hij zijn ijzige adem in het gezicht van Vigrid waardoor deze blind werd. De jonge kon daarom Asgard niet meer terugvinden en was gedoemd om voor eeuwig blind in het land van Mitgard rond te dolen.

Op een dag ziet Aaricia een aangespoelde sloep op het strand. Ze snelt ernaar toe en ziet er een bewusteloze jonge man in liggen. Ze gaat aan boord om de jongen te helpen waar dan spoelt de sloep terug in zee. Er steekt een storm op en de vermolmde sloep zal het geen minuut uithouden. De jongen komt echter bij zijn positieven en met zijn goddelijke krachten doet hij de sloep boven het water zweven. Zo hoog dat ze zelfs boven de wolken gaan vliegen. Als ze wat lager gaan vliegen ze zich te pletter tegen een rotswand en Aaricia valt bewusteloos in het gras. Als ze later wakker wordt denkt ze gedroomd te hebben maar dan ziet ze de kapotte sloep en Vigrid die naast haar zit. De jonge God vertelt haar dat hij enkel terug naar Asgard kan via een regenboog maar als blinde kan hij die niet zien. Aaricia biedt hem aan om samen met hem op zoek te gaan naar een regenboog. Tijdens hun tocht stoten ze op enkele dieven maar Vigrid verandert zichzelf in een draak en kan de dieven verjagen. Dan heeft Aaricia een idee. Als Vigrid zich omvormt tot een Walkure (vliegend paard) zullen ze veel sneller kunnen reizen. Ze vliegen naar het meer van de ochtend waar volgens de legende de regenbogen zouden ontstaan. Tijdens het wachten op de regen verteld Vigrid dat de parels in haar halsketting niet van deze wereld zijn. Het zijn de tranen van Tjahzi waarvan de godin Frigg een talisman van vriendschap en liefde heeft gemaakt. Het was haar manier om te tonen dat ze van bij haar geboorte was voorbestemd om bij Thorgal te zijn.