4. De zwarte galei

Titel in originele taal: La Galère noire
ISBN-nummer: 9064-21364-X
Eerste druk: 1982
Uitgeverij: Uitgeverij Le Lombard
Tekenaar: Grzegorz Rosinski
Scenarist: Jean Van Hamme

Thorgal en een hoogzwangere Aaricia hebben een onderkomen gevonden in een boerengemeeschap waar ze meehelpen om het land te bewerken. Thorgal kan het goed vinden met Caleb, een van de boeren en beschouwd hem als zijn vriend. Caleb heeft een tienerdochter die in een moeilijke leeftijd zit. Op een avond als Thorgal zijn paard de benen laat strekken komt hij haar tegen op het strand. Shaniah verklaart hem de liefde maar als Thorgal haar afwijst steelt ze uit frustratie zijn paard. Enkele honderden meters verder wordt ze echter op haar beurt overvallen door iemand die enkel op het paard uit is. Ze keert terug naar het dorp waar ze uit schaamte dit niet durft te vertellen. Ze zegt dat het paard haar heeft doen vallen waarna het is weggelopen.

Thorgal wil het meisje ondervragen wanneer er plots vijf zwaar bewapende ruiters opdagen. De leider stelt zich voor als Graaf Ewing, in dienst van de machtige koning Shardar. Ze zijn op zoek naar een ontsnapte gevangene. Niemand heeft de man gezien maar dan zegt Shaniah dat ze de man op het strand heeft gezien. Ze verklaart dat Thorgal hem stond op te wachten om hem zijn paard te geven. Thorgal wordt onmiddellijk in de boeien geslagen en meegenomen op een boot die wat verder aangemeerd ligt. Aan boord bevindt zich de zoon van de koning, de sadistische Prins Veronar. Met Thorgal als galeislaaf varen ze terug naar Brek Zarith, hun thuisland.

Tijdens de reis verklaart Ewing dat hij op zoek was naar Galathorn, de ontsnapte gevangene, niet om hem te doden, maar om zich bij hem aan te sluiten. Galathorn is immers de enige die de heerser van zijn troon kan stoten. Helaas wordt zijn gesprek gehoord door de Prins die beide mannen per direct eigenhandig wil terechtstellen. Hun leven hangt aan een zijden draadje wanneer er plots zeilen opduiken aan de horizon. Hij zijn vikingschepen. De prins laat de slaven aansporen om te vluchten en terwijl iedereen zijn ogen richt op de drakkars maken Thorgal en Ewing gebruik van deze onoplettendheid om te vluchten. Ze bereiken het ruim waar de roeiers zitten en kunnen de bewakers verschalken waardoor de boot tot een halt wordt gebracht. Het is nu een koud kunstje om de boot te enteren en alle opvarenden over de kling te jagen. Groot is dan ook Thorgals verbazing wanneer de leider van de Vikingen een bekend iemand is. Het is Jorund-de-stier. Na de dood van koning Gandalf werd Jorind koning van de Noord-Vikings en hij vraagt Thorgal om mee terug te komen naar zijn thuisland. Thorgal weigert. Hij moet immers eerst zijn geliefde terugvinden. Hij keert terug naar het dorp maar wanneer hij er aankomt is het volledig platgebrand en zijn alle inwoners vermoord. Dan staat hij plots oog in oog met Ewing. De man vertelt Thorgal dat hij vermoedde dat hij terug naar zijn vrouw zou komen en nadat hij van de gallei was gevlucht enkele huurlingen in dienst had genomen om terug naar het dorp te keren. De huurlingen waren echter onbetrouwbare bruuten die moordden en plunderden en hij kon het niet voorkomen. Aaricia werd in zee gedreven en haar lichaam werd niet gevonden. Enkel Shaniah leeft nog en heeft Ewing nu eindelijk de waarheid verteld. Als die doden voor een leugen van een verliefd meisje. Thorgal heeft nu niets meer.