Afbeelding van Odin uit 1832 Odin wordt gezien als de oppergod in de Noordse mythologie. West-Germaanse namen van Odin zijn Weda (Oud-Fries), Woden (Angelsaksisch en Oudsaksisch), Wodan (Oud-Frankisch), Wuodan (Alemannisch), Wotan of Wothan (Germaans) en Guodan (Lombardisch).

Odin woont in Gladsheimr maar verblijft ook regelmatig in Valaskjálf waar zijn zetel Hlidskjalf ruim uitzicht over de werelden biedt. Hij heeft daar nog een speciale hal Valhalla, met vele poorten en bedekt met schilden, waar hij alle gesneuvelde en uitverkoren strijders ontvangt.
Naast Frigg, zijn echtgenote, beminde Odin vele andere vrouwen. Tot zijn zoons behoorden Donar, Baldr en de blinde Hodr (ook wel Hod of Hodur). Met Fjorgyn (Aarde) heeft hij een zoon Thor en met een reuzin een zoon Vidar, die hem in de eindstrijd zal wreken. Met Rindr (winterse bevroren aarde) heeft hij de zoon Vali.

De naam Wodan voor de oppergod van onze Eburoonse voorouders was algemeen in West-Europa: in veranderde vorm komen we hem later tegen in het westen, noorden en oosten; maar vooral in Noord-Europa als Odin. De naam is verwant met Oudnoords óör, in de betekenis van "geestdrift", "excitatie," "furie", "universele wijsheid" of "poëzie", en kan verbonden worden met Welsh gwawd "gedicht" en Oudiers fáth "voorspelling". Odin wordt aldus in verband gebracht met zowel wijsheid (kennis, wijsheid, poëzie en literatuur) als kracht (energie, strijd en oorlog).
In het Nederlands leeft de naam van de god nog voort in "woensdag". In het Engels herinnert de naam van Wodan nog bij Wednesday (Wodansdag), in het Duits was het Wotanstag tot de Rooms-katholieke Kerk de woensdag tot Mittwoch (Midweek) maakte. Voor de betekenis van de naam Wodan (van Watanaz= Wetende-god) zijn er veel verklaringen, zoals "wetende" en ook "water".

Odin is op vele manieren een strijder. Vooral met woorden. De woordkunst werd hoog aangeschreven in de noordse beschaving. Er was een doorgedreven debatcultuur, (waarbij de verliezer letterlijk het hoofd kwijt kon raken... ). Wodan is feitelijk en in principe geen godheid van de oorlog; onze voorouders riepen hem aan in hun verdedigingsstrijd tegen de Romeinse agressors: Wodan was, is en blijft de God van de Liefde. Nooit zette hij de mensen tot oorlog aan; dat heeft de mens altijd zelf gedaan (en meestal Wodan/God de schuld gegeven).
Odin is verwant aan andere Indo-Europese goden zoals Indra en Zeus. Maar bij de oude Noordse volkeren was er geen echte priesterstand, zodat de stand of kaste van edelen (en krijgers) de hoogste was. Daarom zou hun oppergod ook als god van de oorlog dienen en was die rol niet voor een ondergeschikte zoals Mars bij de Romeinen weggelegd. Odin stond vooral bij de Vikingen in hoog aanzien en zijn verering bereikte een hoogtepunt in de 8e en 9e eeuw. De ruige zeelieden en plunderaars voelden zich aangetrokken tot 'de vader der gesneuvelden', die in het Walhalla de Einherjar ('roemrijke doden') huisvestte.
In deze periode kwam de eenogige Odin vermoedelijk als oppergod in de plaats van Týr, volgens de Romeinen de hemelgod van de Noord-Europese volkeren. Ook Tyr was een oorlogsgod, maar Odin bezielde de fanatiekste krijgers. Hij kon mannen in een staat van razernij brengen, zodat ze nergens bang voor waren en geen pijn meer voelden.

Odin kon bewerken dat zijn vijanden in de slag blind, doof, of van angst vervuld werden, en dat hun wapens net zo scherp werden als bezems. Zijn mannen vochten zonder harnas en gedroegen zich als dolle honden of wolven, beten in hun schilden, waren sterk als beren of stieren. Ze doodden mensen, en vuur noch ijzer konden hen schaden. Zoiets wordt berserkerwoede genoemd. Deze angstaanjagende 'berserkers' stortten zich naakt en met luid kabaal in de strijd, het lichaam geheel zwart geverfd. Ze waren een schrikbeeld voor de Romeinen. Odins naam betekent zoveel als 'razernij' of 'waanzin'. Uit het feit dat Odin oppergod werd, blijkt hoe belangrijk oorlogvoering voor de Germanen was geworden. Odin belichaamde overigens niet de strijdlust: hij blies die slechts bij anderen in.

Odin zaait altijd conflicten en beval Freyja eens twee vorsten elkaar naar de strot te laten vliegen, zodat hun vazallen op het slagveld door plassen bloed moesten waden. Het bijeenbrengen van gesneuvelde krijgers in het Walhalla is de enige strategie die hij kan volgen met het oog op de godenschemering. Hij heeft de Einherjar, strijders in woord en daad, hard nodig voor de definitieve slag tegen de vorstreuzen op de Vigrid-vlakte, die bijna niemand zal overleven.
Tijdens de godenschemering wordt zelfs Odin gedood door de allesverscheurende wolf Fenrir, een van de kinderen van Loki. De scheppingsgod gaat mee ten onder met zijn schepping.

Odin is tegelijk de god van wijsheid en tovenarij (kennis en kunde). Hij heeft bijna alles over voor wijsheid. Zozeer zelfs dat hij zijn ene oog in de bron van Mimir had geworpen in ruil voor wijsheid. Hij kreeg initiële diepe wijsheid door zich negen dagen op te hangen aan de wereldboom Yggdrasil. Door deze vrijwillige dood en de daarop volgende herrijzing (zijn zelf opgelegde initiatie tot eerste sjamaan) verkreeg hij grotere wijsheid dan wie ook.

Ook beschikte hij over een achtbenig paard, Sleipnir genaamd. Sleipnir was uiteraard het snelste paard van de godenwereld. Het had al de 24 Runen op de tanden. Ook de naam Yggdrasil betekent letterlijk 'felle hengst' en verwijst naar de fervente 'woede' van Odin.
Odins bekendste attributen:
  • zijn speer Gungnir, een speer die nooit haar doel mist.
  • zijn ring Draupnir beide door de dwergen gesmeed. De ring brengt om de negen dagen negen gouden ringen voort.
  • De raven Huginn (gedachte) en Muninn (geheugen) zitten op zijn schouders. Zij zijn afkomstig van de watergod Mímir (hij die denkt); de wachter van een bron die je kennis verhoogde. Mímir eiste oog om oog, tand om tand. Dus offerde Odin zijn oog op. In ruil kreeg hij deze twee raven erbij. De raaf is vanzelfsprekend Odins totemdier.
  • Hij draagt vaak een beker in de hand, symbool van de kosmos (de ketel), waaruit hij de mede drinkt, die Oddroerir heet, die zijn geest doet gisten en wijsheid en nieuwe kennis doet opborrelen.
  • Odin loopt rond met een staf waarvan de knop voortdurend frisgroene bladeren en bloemen draagt.
  • Achter Odin aan lopen de wolven Geri (gulzigheid) en Freki (vraatzucht) die hij voedt. Zelf eet hij niet, maar drinkt enkel wijn.
  • Odin wordt ook geassocieerd met het concept van de Wilde Jacht, een lawaaierige, bulderend loeiende horde, die zich doorheen de ruimte beweegt aan het hoofd van de verslagenen (direct vergelijkbaar met de Vedische Rudra en de Maruts).

    Men vereerde de Noordse goden op verschillende manieren. Grote beelden van Thor, Odin en Freyr stonden in de indrukwekkende tempel in Uppsala in Zweden, waar onder andere ook mensenoffers werden gebracht. In de kleinere tempels brachten de priesters dienstoffers, vooral aan Thor en Freyr.
    Men betoonde zijn eer ook op minder dramatische wijze: men bracht offers aan heilige bossen, rotsen of stenen die men als verblijfplaats van beschermgoden of godinnen zag. Dit soort offers bestond meestal uit voedsel.