Odin wordt gezien als de oppergod in de Noordse mythologie. West-Germaanse namen van Odin zijn Weda (Oud-Fries), Woden (Angelsaksisch en Oudsaksisch), Wodan (Oud-Frankisch), Wuodan (Alemannisch), Wotan of Wothan (Germaans) en Guodan (Lombardisch).
Odin woont in Gladsheimr maar verblijft ook regelmatig in Valaskjálf waar zijn zetel Hlidskjalf ruim uitzicht over de werelden
biedt. Hij heeft daar nog een speciale hal Valhalla, met vele poorten en bedekt met schilden, waar hij alle gesneuvelde en uitverkoren
strijders ontvangt.
Naast Frigg, zijn echtgenote, beminde Odin vele andere vrouwen. Tot zijn zoons behoorden Donar, Baldr en de blinde Hodr (ook wel Hod of
Hodur). Met Fjorgyn (Aarde) heeft hij een zoon Thor en met een reuzin een zoon Vidar, die hem in de eindstrijd zal wreken. Met Rindr
(winterse bevroren aarde) heeft hij de zoon Vali.
De naam Wodan voor de oppergod van onze Eburoonse voorouders was algemeen in West-Europa: in veranderde vorm komen we hem later tegen
in het westen, noorden en oosten; maar vooral in Noord-Europa als Odin. De naam is verwant met Oudnoords óör, in de
betekenis van "geestdrift", "excitatie," "furie", "universele wijsheid" of "poëzie", en kan verbonden worden met Welsh gwawd
"gedicht" en Oudiers fáth "voorspelling". Odin wordt aldus in verband gebracht met zowel wijsheid (kennis, wijsheid, poëzie
en literatuur) als kracht (energie, strijd en oorlog).
In het Nederlands leeft de naam van de god nog voort in "woensdag". In het Engels herinnert de naam van Wodan nog bij Wednesday (Wodansdag),
in het Duits was het Wotanstag tot de Rooms-katholieke Kerk de woensdag tot Mittwoch (Midweek) maakte. Voor de betekenis van de naam
Wodan (van Watanaz= Wetende-god) zijn er veel verklaringen, zoals "wetende" en ook "water".
Odin is op vele manieren een strijder. Vooral met woorden. De woordkunst werd hoog aangeschreven in de noordse beschaving. Er was een
doorgedreven debatcultuur, (waarbij de verliezer letterlijk het hoofd kwijt kon raken... ). Wodan is feitelijk en in principe geen
godheid van de oorlog; onze voorouders riepen hem aan in hun verdedigingsstrijd tegen de Romeinse agressors: Wodan was, is en blijft de
God van de Liefde. Nooit zette hij de mensen tot oorlog aan; dat heeft de mens altijd zelf gedaan (en meestal Wodan/God de schuld
gegeven).
Odin is verwant aan andere Indo-Europese goden zoals Indra en Zeus. Maar bij de oude Noordse volkeren was er geen echte priesterstand,
zodat de stand of kaste van edelen (en krijgers) de hoogste was. Daarom zou hun oppergod ook als god van de oorlog dienen en was die
rol niet voor een ondergeschikte zoals Mars bij de Romeinen weggelegd. Odin stond vooral bij de Vikingen in hoog aanzien en zijn
verering bereikte een hoogtepunt in de 8e en 9e eeuw. De ruige zeelieden en plunderaars voelden zich aangetrokken tot 'de vader der
gesneuvelden', die in het Walhalla de Einherjar ('roemrijke doden') huisvestte.
In deze periode kwam de eenogige Odin vermoedelijk als oppergod in de plaats van Týr, volgens de Romeinen de hemelgod van de
Noord-Europese volkeren. Ook Tyr was een oorlogsgod, maar Odin bezielde de fanatiekste krijgers. Hij kon mannen in een staat van
razernij brengen, zodat ze nergens bang voor waren en geen pijn meer voelden.
Odin kon bewerken dat zijn vijanden in de slag blind, doof, of van angst vervuld werden, en dat hun wapens net zo scherp werden als bezems. Zijn mannen vochten zonder harnas en gedroegen zich als dolle honden of wolven, beten in hun schilden, waren sterk als beren of stieren. Ze doodden mensen, en vuur noch ijzer konden hen schaden. Zoiets wordt berserkerwoede genoemd. Deze angstaanjagende 'berserkers' stortten zich naakt en met luid kabaal in de strijd, het lichaam geheel zwart geverfd. Ze waren een schrikbeeld voor de Romeinen. Odins naam betekent zoveel als 'razernij' of 'waanzin'. Uit het feit dat Odin oppergod werd, blijkt hoe belangrijk oorlogvoering voor de Germanen was geworden. Odin belichaamde overigens niet de strijdlust: hij blies die slechts bij anderen in.
Odin zaait altijd conflicten en beval Freyja eens twee vorsten elkaar naar de strot te laten vliegen, zodat hun vazallen op het
slagveld door plassen bloed moesten waden. Het bijeenbrengen van gesneuvelde krijgers in het Walhalla is de enige strategie die hij kan
volgen met het oog op de godenschemering. Hij heeft de Einherjar, strijders in woord en daad, hard nodig voor de definitieve slag tegen
de vorstreuzen op de Vigrid-vlakte, die bijna niemand zal overleven.
Tijdens de godenschemering wordt zelfs Odin gedood door de allesverscheurende wolf Fenrir, een van de kinderen van Loki. De scheppingsgod
gaat mee ten onder met zijn schepping.
Odin is tegelijk de god van wijsheid en tovenarij (kennis en kunde). Hij heeft bijna alles over voor wijsheid. Zozeer zelfs dat hij zijn ene oog in de bron van Mimir had geworpen in ruil voor wijsheid. Hij kreeg initiële diepe wijsheid door zich negen dagen op te hangen aan de wereldboom Yggdrasil. Door deze vrijwillige dood en de daarop volgende herrijzing (zijn zelf opgelegde initiatie tot eerste sjamaan) verkreeg hij grotere wijsheid dan wie ook.
Ook beschikte hij over een achtbenig paard, Sleipnir genaamd. Sleipnir was uiteraard het snelste paard van de godenwereld. Het had al de 24 Runen op de tanden. Ook de naam Yggdrasil betekent letterlijk 'felle hengst' en verwijst naar de fervente 'woede' van Odin.Men vereerde de Noordse goden op verschillende manieren. Grote beelden van Thor, Odin en Freyr stonden in de indrukwekkende tempel
in Uppsala in Zweden, waar onder andere ook mensenoffers werden gebracht. In de kleinere tempels brachten de priesters dienstoffers,
vooral aan Thor en Freyr.
Men betoonde zijn eer ook op minder dramatische wijze: men bracht offers aan heilige bossen, rotsen of stenen die men als verblijfplaats
van beschermgoden of godinnen zag. Dit soort offers bestond meestal uit voedsel.