Het is 1956 en Australië organiseert de Olympische spelen. Lefranc wordt door de Globe naar het land van de Kangeroes gestuurd om het sportgebeuren te verslaan. Het weer is echter zo slecht dat ze niet tot in Melbourne kunnen geraken. Ze zitten vast op de luchthaven tot er één maatschappij het toch aandurft om naar Melbourne te vliegen en het stormweer te trotseren. Lefranc, in gezelschap van zijn vriend Jean Duval en collega Janet Kear gaan samen met de andere passagiers aan boord van een Latécoère watervliegtuig maar ze komen al snel in zeer zwaar weer terecht. Tot overmaat van ramp wordt het vliegtuig geraakt door de bliksem waardoor enkele motoren in brand vliegen. De piloot heeft geen andere keuze dan het vliegtuig op het water neer te zetten terwijl er een storm over zee raast.
Tijdens de daling merkt Janet een schip op en het watervliegtuig kan koers zetten in de richting van het schip. Na een half uur zien ze een enorm silouet opduiken tussen de hoge golven. Het schip is groter dan een vliegdekschip en er is geen teken van leven aan boord. Dan verschijnt er een soort lift waarmee alle passagiers van het vliegtuig kunnen gehaald worden. Aan boord van het schip staan ze tegenover gewapende Korubo indianen die geen woord Engels spreken. Er schalt een stem uit een luidspreker die alle passagiers opdraagt om de Korubo te volgen en te gehoorzamen omdat de indianen bij de minste dreiging zullen schieten. De mannen en de vrouwen worden gescheiden en Bonnie, de stewardes, die bij de landing haar arm brak, wordt naar de dokter gebracht.
De drenkelingen vinden het verdacht dat een schip van deze enorme afmetingen bijna geen bemanning aan boord heeft en dat ondanks het feit dat ze samen mogen eten, gescheiden slaapzalen toegewezen kregen. Lefranc en zijn gezellen kunnen echter niet op tegen de gewapende indianen en kunnen niet anders dan afwachten. Het tij lijkt te keren wanneer Bonnie er in slaagt om de toegangskaart van de dokter te stelen. Ze stuurt Janet op pad en samen met Lefranc en Jean gaan ze op onderzoek uit. Het reusachtige schip lijkt verlaten en ze kunnen ongehinderd een weg banen door de oneindige gangen.
Hun tocht leert hen dat ze aan boord zijn van een schip dat eigendom is van de rijkste man van Amerika, de dood gewaande industriëel William Amberson. William, een misantroop, heeft het gehad met de mensheid en haar drang om de planeet en elkaar te vernietigen en heeft dit schip gebouwd om wat hij project Armageddon uit te voeren. Het doel is een nieuwe wereldvrede af te roepen, desnoods met geweld en om zijn daden kracht bij te zetten wil hij rakketten met gifgas afvuren naar het Olympisch stadion waar bij de openingsceremonie meer dan 100.000 mensen aanwezig zullen zijn. Het spreekt vanzelf dat het trio dit moet stoppen, maar ze worden ontdekt door de Korubo en Jean Duval wordt zelfs aan de schouder geraakt.
Lefranc, Janet en Jean gevangen gezet nu de tijd is gekomen om het project uit te voeren. De miljardair zet zijn passagiers van boord om ze in een sloep aan hun lot over te laten. Gareth, de scheepsdokter, en tevens broer van William Amberson zit in dat zijn broer gek geworden is en besluit om de waanzin te stoppen. Lefranc biedt aan om de dokter te helpen zijn broer te stoppen en samen trekken ze naar het wapendepot met de bedoeling het op te blazen. De ontploffing zal het lanceerplatform dat er net boven ligt ook uitschakelen. Enkele Kurobo gooien echter weer roet in het eten en ze worden ontdekt. De indianen worden gedood maar ook Gareth wordt zwaar gewond. De gewonde man beseft dat hij meer moet doen dan het lanceerplatform opblazen. Als zijn broer de schade heeft hersteld zal hij immers een nieuw doelwit uitkiezen en zal de waanzin het opnieuw over nemen. Hij vraagt Lefranc om samen met zijn twee vrienden het schip te verlaten zodat hij een ultieme poging kan doen om zijn broer tegen te houden.