Lefranc interesseert zich voor een gebouw dat als een suikerklontje op een berg werd gezet. Het blijkt een hotel te zijn gebouwd door een Engelse familie. De eigenaars werden geruïneerd alvorens het hotel kon open gaan. Volgens de burgemeester was dit omdat er geen kabeltrein was om het hotel te bereiken. De journalist is gefacineerd door dit gebouw en denkt dat de oplossing van het mysterie van de zwarte wolf wel eens boven op de berg zou kunnen liggen.
De volgende ochtend zet hij samen met twee dorpelingen een expeditie op poten en samen trekken ze op onderzoek. Een sneeuwstorm zorgt ervoor dat Lefranc afgezonderd wordt van zijn twee companen en op zijn eentje bereikt hij het verlaten hotel. Vermoeid valt hij in één van de kamers in slaap maar 's ochtends wordt hij gewekt door een motorgeluid en de geur van versie koffie. Hij volgt zijn neus en treft in de keuken twee personen aan. Een jonge heer en zijn zuster. Lefranc heeft duidelijk te maken met de boosdoeners maar wil nu nog te weten komen wat hen dreef om de dorpelingen in angst te laten leven.
De jongelingen vertellen dat ze de kinderen zijn van de eigenaars en wraak zoeken tegen de burgemeester omdat die bewust de bouw van de kabelbaan heeft tegengehouden omdat ze beter af waren met een skilift die ze konden financieren met de borgsom van de hoteleigenaar. Hun vader kon dit niet verdragen en stierf totaal berooid. Samen met hun moeder keerden de kinderen samen met hun moeder terug naar Engeland om vele jaren later terug te komen om zich te wreken. Kan Lefranc de gerechtigheid toch nog laten geschieden?