Gyy Lefranc en zijn protégé Jeanjean hebben besloten om een korte vakantie te nemen in de Elzas. Tijdens een bezoek aan de kathedraal van Straatsburg merkt Jeanjean op dat een jonge dame haar sjaal is verloren. Galant als hij is raapt hij de sjaal op en gaat het meisje achterna om het kledingstuk terug te geven. Zo komen ze met elkaar aan de praat. Het meisje heet Eline Van Dijk en is de kleindochter van Geert Van Dijk, een rijke Zuid-Afrikaanse grootgrondbezitter. Ze is op rondreis met haar gouvernante Ruth Laan en lijfwacht José Tavares. Hij lijkt wel of Jeanjean een oogje heeft laten vallen op Eline maar na de korte ontmoeting gaat iedereen weer zijn eigen weg. Twee dagen later zijn Lefranc en Jeanjean op weg naar slot Haut-Koenigsbourg als ze langs de weg een wagen met pech aantreffen. Het blijkt Eline en haar gezelschap te zijn. Ook zij waren op weg naar het kasteel om het te bezichtigen. Als het kasteel wegens de weeromstandigheden gesloten blijkt, besluiten ze om samen te gaan dineren in het hotel waar ze blijkbaar allemaal logeren.
Die nacht wordt het hotel opgeschrikt door een schot. Lefranc merkt dat de deur van Ruths kamer openstaat en gaat naar binnen. Hij vindt er de jonge vrouw gewond op de grond. Ze werd neergeschoten en nog voor ze het bewustzijn verliest kan ze zeggen dat Eline door twee mannen werd ontvoerd. Van José en de daders is geen spoor. Van zodra het mogelijk is gaat Guy Ruth opzoeken in het ziekenhuis. Ze kent de reputatie van Lefranc en vraagt om hulp. Ze vertelt hem dat Eline waarschijnlijk is ontvoerd om druk uit te oefenen op haar grootvader. Iemand is immers al maanden bezig om zijn wildpark in slecht daglicht te steken. Dieren worden lukraak neergeschoten en ook de toeristen worden niet gespaard waardoor deze wegblijven. Zij denken dat Geerts neef Piet Jonker er iets mee te maken heeft omdat beide mannen elkaar niet kunnen uitstaan en Piet al herhaaldelijk heeft aangegeven dat hij het land van zijn neef wil kopen. Nu de ontvoerders een miljoen hebben geëist om Eline vrij te komen zal hij wel moeten verkopen want hoewel Geert veel land heeft, aan zoveel geld kan hij niet geraken. Lefranc krijgt toestemming van zijn krant om de zaak in Zuid-Afrika te gaan onderzoeken en niet veel later zit hij op het vliegtuig
Vanuit Pretoria moet Lefranc nog verder vliegen naar de farm van Geert Van Dijk. Hij neemt een taxi naar de luchthaven maar de chauffeur blijkt José Tavares te zijn. Hij was Frankrijk ontvlucht omdat hij één van de ontvoerders had neergeschoten. Hij wou in Frankrijk niet in voorlopige hechtenis geplaatst worden nu ze hem in het thuisland zo hard nodig hadden. José zal Lefranc naar zijn baas brengen maar eerst brengt hij hem naar Saulsville, een township van Pretoria waar de mensen die achter de ontvoering van Eline zitten niet durven komen. Hij brengt hen naar een huis waar hij kennis maakt met Zeno Jama
en Mila Bossovaen Oliver Tambo. Oliver is advocaat van het ANC en deze politieke partij vroeg hem om een onderzoek in te stellen naar een groep buitenlandse investeerders die de laatste tijd het ene na het andere exploitatiecontract met de lokale boeren tekenden. Het is duidelijk dat de groep zijn zinnen heeft gezet op bepaalde mineralen maar men tast in het duister voor wat betreft dewelke. Mila heeft het tenslotte opgelost. Zij werkt voor de Russische geheime dienst in New York via Bradley Freeman, haar contactpersoon die werkt voor de Amerikaanse zakenman Arnold Fischer, kwamen ze te weten dat de Afrikaanse Broederbond betrokken is met de verkoop van strategische grondstoffen aan de Amerikanen. Zou zou één van de rijkste platina aders door de eigendom van Geert van Dijk lopen. Nu moeten ze proberen het meisje terug te krijgen voor haar grootvader gedwongen wordt om te verkopen. Dat zal niet makkelijk zijn want naast diens neef maakt ook Joubert, hoofd van de politie van Transvaal deel uit van de Broederbond. Het enige spoor dat ze hebben is dat Eline in de buurt wordt vastgehouden en dat ze in een dorp waar de bewoners uit verdreven werden wordt opgesloten. Geert herinnert zich een kaart in het kantoor van zijn neef waar het dorpje Ekangala was met rood omcirkeld en als een opzichter vertelt dat hij er gisteren een ontmoeting tussen Joubert en Jonker heeft gezien weten ze het wel zeker. Omdat het dorp door gewapende mannen wordt bewaakt moeten ze voorzichtig te werk gaan. Samen met enkele rangers trekken ze naar het dorp waar het al snel tot een vuurgevecht komt dat in het voordeel van onze vrienden afloopt. Er vallen slecht gewonden zodat de Zuid-Afrikaanse politie, die reeds op voorhand werd verwittigd, enkel maar arrestaties moet doen. Ook Interpol doet zijn duit in het zakje want ook Fischer, die zich in New York veilig achtte, krijgt de politie over de vloer.Opgemerkt: