14. De Olympische spelen

Titel in originele taal: Astérix aux jeux Olymiques
ISBN-nummer: 9067-93026-1
Eerste druk: 1968
Uitgeverij: Dargaud Uitgeverij
Tekenaar: Albert Uderzo
Scenarist: René Goscinny
In het Romeinse legerkamp Aquarium heerst er een drukte van jewelste. Legionnair Tullius Torsus is verrkozen om deel te nemen aan de Olympische spelen in Griekenland. Winst van de Legionnair zou zeker afstralen op zijn legioen en zijn centurion, niet verwonderlijk dus dat deze er alles aan doet om het leven van de atleet zo aangenaam mogelijk te maken. Een taak die zeer moeilijk wordt nadat Torsus tijdens zijn dagelijkse training belachelijk wordt gemaakt door Asterix en Obelix.

Met zo'n laag moraal kan de atleet onmogelijk winnen en het is dus aan zijn overste Tullius Mordicus om hem op te peppen. Hij vraagt aan het Gallische stamhoofd om zijn pupil gerust te laten maar dit heeft net het omgekeerde effect. Zowel Asterix als Obelix worden afgevaardigd om deel te nemen aan de spelen. Omdat ze kunnen beschikken over de toverdrank kunnen ze zelfs niet verliezen en al snel zit het hele dorp op een schip richting Griekenland waar ze dankzij hun gids, Pingpathos, een rondleiding krijgen door Athene terwijl Asterix en Obelix hun intrek nemen in het Olympisch dorp.

Als de Romeinen hen zien zinkt hun gemoed tot een absoluut nulpunt. Ze weten immers dat ze niet kunnen winnen van de toverdrank en dus zoeken ze hun heil in decadente feestjes die de andere atleten zodanig op de heupen werken dat ze de Olympische magistraat op hen afstuurt. Oethantis maakt het duidelijk aan de Romeinen dat het gebruik van opwekkende middellen absoluut verboden is waardoor de Galliërs hun toverdrank niet kunnen gebruiken. Het spreekt vanzelf de de Romeinen nu terug volop aan het trainen gaan. Er zit dus eigenlijk voor Asterix en zijn vriend niets anders op dan zich terug te trekken maar Asterix beslist om toch door te gaan voor de eer.

De Griekense athleten zijn zo sterk dat de rest niets kan winnen. De organisatie vreest dan ook dat de Romeinen niet zullen terugkeren als ze niets kunnen winnen. Als de Romeinen niet terugkeren, dan hebben ze weiniger inkomsten en dus bedenken ze een loopwedstrijd waaraan alleen Romeinen mogen meedoen. Zowel Asterix als de Romeinen ruiken hun kans. Asterix weet echter dat hij geen kans maakt om de atleten te verslaan. Samen met Panoramix bedenkt hij een plan. Ze vertellen overal waar de toverdrank staat en dat het slot op de deur kapot is en dat de ketel onbewaakt achter zal blijven.
De volgende dag maken de Romeinen een zekere indruk. Als het startschot klinkt schieten ze weg als een pijl uit een boog en komen allemaal tegelijk aan. De scheidsrechters weten niet wat doen en willen iedereen huldigen. Dan tekent Panoramix protest aan. Hij vertelt de magistraten dat de Romeinen onder invloed van toverdrank staan en dat hij het kan bewijzen. De dag voordien heeft hij immers er een blauwe kleurstof aan toegevoegd en de Romeinen hebben allemaal een blauwe tong. Hierdoor worden alle Romeinen gediskwalificeerd en wint Asterix deze wedstrijd.