6. De nor in Robertsonville

Titel in originele taal: La prison de Robertsonville
ISBN-nummer: 9031-41089-6
Eerste druk: 1975
Uitgeverij: Uitgeverij Dupuis
Tekenaar: Lambil
Scenarist: Raoul Cauvin

Tijdens één van de vele veldslagen tussen de Noorderlijke en Zuiderlijke legers worden Blutch en Chesterfield gevangen genomen. Onder begeleiding worden ze naar het kamp van Robertsonville gebracht waar ze dwangarbeid te wachten staat. De confederale troepen sparen niemand en de tocht is zwaar. Vooral één van de bewakers maakt het ze moeilijk en is op het sadistische af. Ze noemen hem niet voor niets Kakkerlak en tot overmaat van ramp blijkt hij ook nog eens een bewaker te zijn van de gevangenis.

Het leven in het kamp is inderdaad geen pretje. De sergeant wordt al van dag één in het strafhok geplaatst terwijl de anderen dwangarbeid mogen verrichten buiten het kamp. Omdat Blutch zijn strijdmakker niet alleen wil laten pest hij Kakkerlak zodat ook hij in het strafhok terecht komt. Alleen in zo'n hok is al een hel, laat staan als je er met twee in moet. De commandant van het kamp geeft dan ook het bevel dat alle gevangenen moeten aanwezig zijn als beide mannen uit het hok gehaald worden. Hun conditie zal de anderen dan wel alle lust tot opstandigheid ontnemen. Echter wanneer het hok voor de ogen van iedereen wordt geopend blijken de inzittenden verdwenen. Ze hebben een tunnel gegraven maar worden ontdekt voor ze kunnen ontkomen. Hoe dan ook hebben ze de commandant voor schut gezet en die is niet van plan om het hierbij te laten. Reden te meer voor Blutch en Chesterfield om nog eens een uitbraakpoging te wagen. Nog die nacht verwijderen ze de tralies van hun hut en samen sluipen ze naar de omheining. Helaas komen ze vast te zitten in de prikkeldraad en worden ze wederom gegrepen. Er rest de commandant niets anders meer dan ze te ketenen.

De volgende ochtend heeft Ralph, een medegevangene een plan waardoor ze toch nog kunnen ontsnappen. Als ze een beetje later een kar met proviand moet lossen kunnen ze de schildwacht afleiden waardoor de beide mannen ongezien tot op de kar kunnen geraken. Het plan lukt en hoewel ze nu ook weer worden ontdekt lukt het hen toch om de kar te stelen en op de vlucht te slaan. Helaas lukt ook dit plan niet want de kar slaat te pletter en beide mannen worden terug naar het kamp gevoerd. Ze geven echter de moed niet op en enkele uren later hebben ze alweer een nieuw plan klaar. Ralph heeft burgerkleren op de kop kunnen tikken en vermomd als twee vrouwen kunnen ze gewoon het kamp uitwandelen. Blutch struikeld echter over zijn jurk waardoor ook deze poging op een sisser afloopt. Nu heeft de kampcommandant er genoeg van. Hij laat de mannen een kuil graven tot ze er bij neervallen in de hoop zo hun wil te breken. Als hij 's avonds gaat kijken hoever ze staan merkt hij dat ze wederom weg zijn. Terwijl Ralph voor afleiding zorgt kunnen Blutch en Chesterfield gekleed als Noorderlingen ontsnappen. Ze slagen erin om twee paarden te stelen en zetten de vlucht in. Als ze kanonsschoten horen weten ze in welke richting ze moeten rijden om bij hun makkers te geraken. Met Kakkerlak en enkele bewakers dicht op hun hielen rijden als duivels naar het front. Ze vergeten echter dat ze de verkeerde uniformen aan hebben en aan het front ontstaat er dan ook chaos wanneer ze zich in het strijdgewoel hebben begeven. Als de rook van de kannonnen optrekt is de strijd beslecht in het voordeel van de Blauwbloezen. Wanneer Blutch en de Sergeant ontdekt worden met hun grijze uniformen worden ze ook nu weer aanzien als gevangenen en naar een kamp gebracht. Vooraleer ze hun ware identiteit kunnen bevestigen zullen ze tussen de andere grijshemden moeten zitten. Gelukkig hebben de de Zuiderlijken ondertussen ook de gevangenen in Robertsonville kunnen bevrijden en heeft Ralph alles aan de Generaal kunnen verduidelijken. De generaal moet er hartelijk mee lachen en geeft onmiddellijk het bevel om de mannen vrij te laten. Eind goed, Al goed.