Wegens hun ongekende moed en loyaliteit gelden Buck Danny, Mike Tumbler en Sonny Tuckson als de beste piloten van de US Air Force. Of ze nu in het Verre-Oosten in een olieoorlog verwikkeld zijn, nieuwe jets moeten testen of in Zuid-Amerika de internationale terroristenorganisaties het vuur aan de schenen leggen, overal in de wereld zal dit dynamische trio de wereldvrede vanuit de lucht trachten te redden.

De serie die voor de eerste maal verscheen in het weekblad Robbedoes in 1947 had, de voorbije oorlog nog vers in gedachte een grote afkeer van Japanners, gelukkig hadden de auteurs al snel door dat ze hun strip meer interne waarde moesten meegeven dan de stereotype aanvallen op de "slechten". Tekenaar Vic Hubinon en scenarist Jean-Michel Charlier brachten de serie tot ongekende hoogtes. Ze besloten hun tekeningen veel beter te detailleren, hetgeen hen ook tot pilotenopleiding dwong. Ze lieten hun verhalen ook dichter aanleunen bij de reeële actualiteit, waarvan het verschijnen van album 11, "In Korea", in 1953 wellicht het beste bewijs was. Ook latere albums zouden al deze kenmerken meekrijgen. Als in 1979 de tekenaar die tot dan toe verantwoordelijk was voor 40 avonturen overlijdt, neemt Francis Bergèse de potlood over. De tekeningen worden moderner maar de verhalen blijven typisch voor Buck Danny. Ook aan de verhaallijn komt een einde.

In 1989 komt Charlier om het leven en zijn scenario's worden overgenomen door de vrij onbekende Jacques De Douhet, deze scenarist mag enkel het album "De geheimen van de Zwarte Zee" voor zijn rekening nemen want in het volgende verhaal doet Bergèse het allemaal zelf. Met succes weliswaar, de tekeningen blijven zeer vlot en vol met detail, kwade tongen beweren wel eens dat het té gedetailleerd is en ook de scenario's blijven spannend, zelfs de opzet van de oorspronkelijke auteurs blijft hij bewaren door de actualiteit in de verhalen op te nemen. De nieuwe auteur brengt ook de nodige humor in de verhalen, en gaat een enkele maal zelfs de sexy toer op.