Krimson heeft Barabas ontvoerd omdat hij wil dat de professor voor hem gaat werken. Barabas heeft weinig keus want als hij Suske en Wiske ooit wil terughalen heeft hij Krimson nodig. De schurk beschikt immers over de enige min of meer werkende teletijdmachine. Hij speelt dus het spelletje mee en mag dus ongestoord aan het werk. Zo kan de professor een bericht sturen naar Lambik over zijn toestand en lokatie. De tijd dringt echter want na het ongeval met de vrachtwagen is Suske in alle staten. Wiske heeft het ongeval immers niet overleefd. In eerste instantie wil hij zijn woede uitleven op Jérusalem maar beseft al snel dat zij niet de schuldige is.
Die schuldige is Krimson. Suske kan dan ook niet anders dan toekijken hoe de schelm zich over het levenloze lichaam van Wiske buigt en opdracht geeft haar te begraven. Suske en Jérusalem kunnen niets meer voor haar doen en trekken weg van deze plaats des onheils. Tijdens hun tocht naar een veiligere plek leert Suske dat Jérusalem helemaal niet doof is en dat Amoras nog steeds het strijdtoneel is tussen de vetten en de mageren, al worden ze nu skinnies en fatties genoemd. Hij weet echter niet dat Wiske nog steeds leeft. Een grafdelver merkte op dat ze niet dood was en sloot haar op in de kerkers van de mijn. Buiten hem en een dokter weet niemand, ook Krimson niet dat ze nog steeds leeft.
Wanneer een tsunami het eiland overspoelt moeten Suske en Jérusalem hogere oorden opzoeken om veilig te blijven maar in de mijn breekt er paniek uit als het water naar binnen stroomt. Enkele gevangenen maken gebruik van die paniek om te ontsnappen. Tijdens hun vlucht komen ze langs de cellen waar Wiske opgesloten zit. Ze roept om hulp en hoewel ze nog zeer zwak is breken de gevangenen haar cel open en nemen haar mee. Zullen Suske en Wiske elkaar terugvinden? Zullen Lambik en Jerom hun geleerde vriend kunnen bevrijden? Wat is de echter reden waarom Krimson in de toekomst zit? We leren het in de volgende verhalen.