Suske is jarig en omdat hij de laatste tijd veel interesse betoond in treinen krijgt hij als cadeau een tripje naar het treinmuseum en later wordt hem door professor Barabas ook nog een trip door de tijd aangeboden naar 1835. Het moment dat in België de eerste trein op het Europese vasteland zou vertrekken. Aan boord als machinist is de over-over-overgrootmoeder van de professor. Naar eigen zeggen een zeer technische dame. Ze kuste op deze reis voor het eerst zijn over-over-overgrootvader.
Ze zijn nog maar net aangekomen of er loopt al van alles mis. Zo stuurt Lambik een aktie van de politie in de war wanneer hij agent Nummer 17 belet om een terrorist aan te houden. De terrorist vlucht binnen in een café waar drie mannen aan het vergaderen zijn. De mannen verklaren dat de terrorist langs de achterdeur is ontsnapt maar Nummer 17 gelooft er geen snars van. Hij kan de drie immers herkennen als notoire trein-haters. Zo was er Albert Canalle, een reder, Jean Da la Campage, een landbouwer en dokter Hippoliet Chonder. Hij is er zeker van dat één van de drie de terrorist is maar kan niets bewijzen en hij kan ze ook niet alle drie tegelijk in het oog houden.
Vanzelfsprekend bieden onze vrienden hun hulp aan en beloven een oogje in het zeil te houden maar dan stellen ze iets onthutsend vast. Lambiks aktie heeft de geschiedenis veranderd. De terrorist werd niet gevat waardoor die toch een aanslag kan plegen en als gevolg dat de professor zijn voorouders elkaar niet zullen ontmoeten. De professor wordt dus uit de geschiedenis gewist en bijgevolg bestaat de teletijdmachine ook niet meer. Onze vrienden zitten dus vast in het verleden, tenzij ze de tijdlijn opnieuw kunnen herstellen. Nummer 17 stelt hen voor aan George Stephenson die door de Koning werd aangesteld om het treinproject uit te werken. Samen met hem zullen ze de trein en Miranda, de oma van Barabas beschermen. Lambik en Jerom worden ingedeeld bij de technische arbeiders terwijl Sus en Wis Nummer 17 zullen bijstaan. Het zal nodig zijn want de volgende dag komt het bericht dat de machinisten door het eten van soep werd vergiftigd. Er zullen drie treinen rijden. "De olifant" zal bestuurd worden door de jonge Jan-Baptist-Jozef Ferom, "De Pijl" zal bestuurd worden door Jerom en "De Stephenson" tenslotte zal bestuurd worden door ploegbaas Akke en Rudolf.
Nummer 17 heeft samen met Sus en Wis ondertussen al kunnen uitmaken dat Hippoliet Chonder en Jean De la Campage onschuldig zijn en onderzoeken hun laatste aanknopingspunt. Een watermerk op de dreigbrieven. Suske is er zeker van dat hij het teken al eens vroeger heeft gezien maar kan zich niet herinneren waar. Met iedere uur dat de treinrit dichter komt stapelen de aanslagen zich op maar telkens kan erger vermeden worden. Niet zelden dankzij de tussenkomst van Jerom. Suske verdenkt Albert Canalle van de aanslagen maar moet ook dat blijkt een verkeerde inschatting.
Als de grote dag is aangebroken krijgen onze vrienden te horen dat Koning Leopold I hun zal uitwuiven. De terrorist pleegt een aanslag op de Koning maar dankzij Suske mislukt die voor de zoveelste keer. Maar omdat hij evenzeer weer kan ontsnappen is het project nog steeds niet veilig. Lambik onthuldt dan een een kleine trein die hij samen met Jerom in elkaar geknutseld heeft. Met dit wagentje kunnen Suske en Wiske de locomotieven volgen naar hun doel en eventuele obstakels opmerken. Wat later klinkt het startschot en kunnen de treinen ongestoord vertrekken. Tijdens de rit merken Sus en Wis de terrorist op maar dankzij hun kleine trein kunnen ze alles doorseinen naar Lambik en Jerom. Zo kunnen ze ongehinderd Vilvoorde bereiken om dan het tweede gedeelte van de tocht aan te vatten.
Suske en Wiske zien de terrorist op de brug over de Zenne staan en achtervolgen hem. Ze achtervolgen hem maar hebben te laat door dat de man hen wegleidt van de brug die dan ook enkele seconden later uit elkaar spat. Lambik kan nog tijdig stoppen maar de remmen van de trein van Alle en Rudolf werden gesaboteerd en enkel door koelbloedigheid van Rudolf kunnen ze de remmen herstellen. Akke is onder de indruk van Rudolf en bekend dat hij verliefd is op hem. Dat komt goed uit want Rudolf is niemand minder dan Miranda die als man door het leven ging om met de trein te kunnen rijden. Ze kussen en dus is de tijdlijn hersteld. Dat is dus al een probleem minder. En als Suske zich kan herinneren waar hij het watermerk gezien heeft kunnen ze de terrorist eindelijk ontmaskeren. Het logo was te zien op de koets die voor het café stond waar Albert, Jean en Hippoliet aan het vergaderen waren. Diezelfde koets waarmee de Koning nu zal vertrekken. De terrorist is de koetsier die wellicht dankzij de trein zijn werk zal verliezen.
Opgemerkt: