In dit dubbeldik album dat verscheen ter gelegenheid van 50 jaar Suske en Wiske neemt Tante Sidonia ons mee naar Antwerpen waar ze ons laat kennismaken met alle plekjes die verbonden zijn aan de jeugd van hun geestelijke vader Willy Vandersteen. We spreken dan vooral over de Seefhoek, een volksbuurt in de grote havenstad. Tijdens de dag is Wiske vooral geïnteresseerd door een geheimzinnige man die hen heel de dag al lijkt te achtervolgen. Ze wordt echter niet geloofd en het is pas wanneer ze van een lange gezellige dag weer thuis komen dat Wiske gelijk had. De man staat immers in hun woonkamer maar beloofd dat hij geen kwade bedoelingen heeft. Integendeel, hij bezit de gave om hen kennis te laten maken met de stad en de jeugd van Willy Vandersteen alsof ze er zelf bij waren. Hij laat ze drinken van een brouwsel waarna ze in een diepe slaap terecht komen en hun dromen werkelijkheid worden.
Zo keren onze vrienden terug naar Antwerpen als kleine bengels. Jerom en Lambik zijn elf en twaalf jaar oud en staan net zoals Suske en Wiske onder het gezag van Tante Sidonie die besloten heeft in te trekken in een huurhuis op de Seefhoek. De kinderen maken er kennis met een jonge avontuurlijke Willy Vandersteen en steken de hele dag kattenkwaad uit. Ze hebben de tijd van hun leven maar er dient ook nog naar school gegaan te worden. Wiske leert er over de Godin Minerva en haar liefde voor Brabo. De geschiedenis maakt een diepe indruk op Wiske, zodanig dat ze die nacht over haar droomt. Ze ziet Minerva uit de Schelde opduiken om op de Grote Markt haar liefde te verklaren aan het statige standbeeld van Brabo. Als ze wakker wordt lijkt het alsof het een dag is zoals alle anderen totdat ze hoort van Mie Pladijs dat Brabo en Antigoon verdwenen zijn van het standbeeld op de Markt. Wiske weet meteen dat Minerva hiervoor verantwoordelijk is maar ze wordt natuurlijk niet geloofd.
Lambik en Willy kuieren de rest van de dag door de stad en gaan op de kades de sfeer opsnuiven van de hard werkende dokwerkers. Het wordt al donker als ze huiswaarts keren wanneer ze plots lawaai horen in een verlaten steegje. Als ze gaan kijken vinden ze er een naakte maar levend geworden Brabo. Brabo bevestigd wat Wiske al zei. Het was dankzij Minerva dat hij levend is geworden. Ze wou het gevecht tussen hemzelf en de reus Antigoon nog eens herbeleven. Willy begrijpt dat Brabo in deze toestand de stad op stelten zou zetten en ze besluiten hem te verstoppen in een oude aan wal gelopen raderboot. Nu moeten ze nog kleren voor hem vinden. Ze laten Brabo achter en gaan naar het huis van Willy. Diens vader heeft immers nog een koffer vol met toneelkledij en wellicht vinden ze daarin wel wat. Ze worden echter gezien door Willy's vader en gezien het late uur krijgt die de nodige klappen te verwerken. Ook Lambik wacht hetzelfde verhaal wanneer hij met Tante Sidonie krijgt af te rekenen maar wanneer hij zijn verhaal doet kalmeren de gemoederen. De volgende ochtend mag hij samen met Suske en Jerom kleren gaan brengen naar de Romeinse wapensmid. Onderweg komen ze Willy en Barabas tegen en samen gaan ze naar de raderboot. Niet wetende dat ze in het oog worden gehouden door klikspaan Krimson. De hele dag werken ze aan een plan om Brabo te beschermen tegen pottenkijkers. Ze voeren een plan van Barabas uit om de aanlegsteiger die toegang geeft tot de boot om te vormen tot een val. Het is al laat wanneer ze terugkeren naar huis en dus zullen Wiske en Tante Sidonie terugkeren om hem wat eten te brengen. Terwijl Wiske buiten de wacht houdt gaat Sidonie naar binnen. Daar vindt ze Brabo met Minerva op de knie. Nietsvermoedend staat Wiske in het regenweer wanneer Krimson plots in haar rug opduikt en haar met een tak neerslaat. Hij omzeilt de val en kan zo gadeslaan hoe Sidonie met Brabo en Minerva aan het keuvelen is. Hij maakt zich snel uit de voeten als Sidonie aangeeft te vertrekken.
De volgende dat hebben de jongens nog een eitje te pellen met Krimson omdat hij Wiske neersloeg. Als ze hem tegenkomen vlucht Krimson dan ook snel weg om zijn heil te zoeken in de kelders van het Steen. Hij denkt er veilig te zijn maar staat dan oog in oog met de reus Antigoon. Samen beramen ze het plan om Antwerpen op de kniën te krijgen door de schippers de helft van hun lading te laten afstaan als tol. Doen ze dat niet dan zal Antigoon de schepen tot zinken brengen. Het duurt niet lang of er breekt paniek uit op de schelde wanneer verschillende boten tot zinken worden gebracht. Onze vrienden vermoeden dat het het werk is van Antigoon en dus doen ze een beroep op Brabo. In afwachting van een confrontatie gaan de 7 vrienden op onderzoek. Ze vinden een schipper die zijn verhaal wil vertellen en zo horen ze dat een jonge knaap tol kwam eisen alvorens hij tot zinken werd gebracht. Die jongen kan enkel maar Krimson zijn. Samen beramen ze een plan om onder leiding van Barabas een boot op te knappen zodat ook zij de schelde kunnen afvaren om Krimson uit zijn tent te lokken. Het lukt maar Krison kan tijdig ontsnappen en geeft het sein aan Antigoon om aan te vallen. Dit hadden onze 7 schaken voorzien en Barabas had onder de waterlijn een luik met roet laten aanbrengen. Van zodra ze Brabo zagen naderen vermengden ze het met het water van de schelde waardoor Antigoon naar de oppervlakte moest zwemmen. Hierdoor kunnen de vrienden hun zware projectielen op de reus afvuren waardoor deze met een harde knal levenloos op de kade valt. De mensen hebben alles kunnen volgen vanop de oever en snellen nu naar de kade om de 7 vrienden te feliciteren. Dan is het tijd om Brabo in te schakelen. Hij wordt door een grote menigte opgehaald zodat hij voor een tweede maal de hand van de reus kan afhakken en in de Schelde werpen. Van zodra de hand het water raakt verschijnt Minerva opnieuw. Ze is klaar om de betovering te verbreken. Het lichaam van Antigoon zal samen met Brabo naar de Grote Markt vervoerd worden waar ze weer één kunnen worden met het standbeeld. Net op tijd want enkele tellen later worden onze vrienden terug wakker in hun zetel. Hun droom is voorbij.
Opgemerkt: