Lambik heeft Tante Sidonia uitgenodigd op een cruise in het poolgebied. Tijdens een vloedgolf raken ze over boord en worden door een eskimo net op tijd uit het ijskoude water gevist. Suske en Wiske, Professor Barabas en Jerom vliegen met de Gyronef naar het Noorden om hun vrienden in veiligheid te brengen. Net voor ze terug willen vliegen pikt de Professor een signaal op. Bij nader onderzoek ontdekken ze een antenne die uit de sneeuw steekt. De antenne is het zichtbare gedeelte van een ruimtetuig dat al duizenden jaren geleden onder het ijs zou liggen. Professor Barabas neemt het tuig mee naar huis om het aan nader onderzoek te onderwerpen. Een onderzoek waar Jerom heel veel moeite lijkt mee te hebben. Het doet hem weemoedig terugdenken aan de periode dat hij ontdekt werd in het ijs.
Als de ruimtewezens ontdooit zijn reageren ze zeer agressief maar ze kalmeren volledig als ze Sidonia zien. Barabas sluit de vertaler aan en de wezens doen hun verhaal. Ze heten Karadt en Orlock en komen van de planeet Xardo, bij ons beter gekend als Mars. Omdat hun planeet aan het afkoelen was werden zij naar de aarde gestuurd om onze planeet te koloniseren. Hun ongeval heeft hun missie doen mislukken want we zijn ondertussen 2,5 miljoen jaar later en Mars is volledig dood en Orlock vertelt Jerom dat ze om te kunnen overleven op Aarde, hun overlevingskit die ze tijdens de crash verloren hebben, gevonden moet worden. Orlock vertelt helaas niet de waarheid. Hij slaat Karadt neer en vertrekt met Jerom op zoek naar de overlevingskit, in feite een wapen genaamd de planeetvreter, dat alle leven op Aarde zal vernietigen. Hij kan het wapen activeren en het blijkt een zwerm insecten te zijn die zich vermenigvuldigen bij contact met water. Ze zijn zeer agressief en verorberen alle leven op hun weg. Mens, planten en dieren maken geen schijn van kans tegen de zwerm maar dan heeft Suske een idee. Zal hij erin slagen om de wereld te redden?