Vanaf 1917 werd ook de first-family, zoals de familie van de president wordt genoemd onder bescherming van de geheime dienst geplaatst. Vanaf 1961 werden ook de ex-presidenten gedurende een onbepaalde tijd na hun ambt beschermd. In 1971 werd de verantwoordelijkheid van de geheime dienst nogmaals uitgebreid. Ditmaal moesten ze ook instaan voor de veiligheid van buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders op bezoek in de Verenigde Staten. Tot op heden richt de U.S. Secret Service zich dus vooral op de beveiliging van de staatshoven en de strijd tegen valsmunterij en diefstal van identiteit en bank fraude. Sinds 2003 maken ze deel uit van het "Department of Homeland Security". Op de website van de geheime dienst kan u veel meer informatie vinden.