Wanneer Johan op één van zijn lange tochten beschutting zoek voor de nacht komt hij terecht in de ruïne van een oud kasteel. Hij voelt er niet veel voor om de nacht door te brengen in de lugubere plek maar dan net voor het slapen gaan ziet hij een lichtvlek in het nabije bos. Hij laat zijn paard achter en gaat op onderzoek. Zo komt hij op een open plek waar enkele bandieten rond het kampvuur zitten. Hij overhoort Boggolt, de leider van de bende, die spreekt over een toverspiegel die Kuroda, de laatste bewoner van het kasteel, heel veel macht schonk. Nu Kuroda is overleden moet de spiegel nog in het kasteel zijn en hem op zijn beurt ongekende macht geven. Wanneer de maan door het wolkendek breekt wordt de ridder echter ontdekt. Hij vlucht naar de ruïne maar kan een gevecht niet voorkomen. De ridder delft bijna het onderspit wanneer er een gedaante van een oude man opduikt. De rovers denken met een geest te maken te hebben en vluchten weg, maar niet voordat ze een pijl op de man hebben afgeschoten.
De rovers hebben nog maar net hun rug gekeerd of de man zakt in elkaar. Dodelijk getroffen door de pijl maakt hij Johan duidelijk dat hij de laatste afstammeling was van Kuroda. Alvorens aan zijn verwondingen te bezwijken geeft de man nog een cryptische beschrijving van de locatie van de spiegel waarin volgens hem de goede Fee Galaxa op hem wacht. Johan gaat op onderzoek in de ruïne en vindt er het graf van de oude magiër maar dan zakt de vloer onder zijn voeten weg en komt bewusteloos terecht in een lager gelegen vertrek. Als hij wakker wordt heeft hij het vertrek gevonden waarin de spiegel zich bevindt. De spiegel spreekt tegen de ridder en als deze van zijn verbazing is bekomen hoort hij een stem die hem vraagt deel te nemen in de strijd tussen goed en kwaad. Het is Galaxa, de fee van het licht die tegen hem spreekt. Ze is beeldschoon en Johan vertrouwt haar blindelings. Maar dan ziet hij hoe Galaxa plots door een vreemd wezen wordt ontvoerd. Johan stapt door de spiegel en het lijkt wel of hij in een andere wereld is terechtgekomen.
Johan onderzoekt de vele gangen en komt zo in aanraking met kabouters en elfen. De wezens vluchten weg als ze Johan zien maar blijven staan als hij de naam Galaxa laat vallen. Zo komt de ridder te weten dat de fee gevangen gehouden wordt door het monster Gorgontar die zich laat voeden met kristallen die de kabouters als slaven uit de rotswand moeten houwen. De ridder beloofd om het monster op te wachten en ermee de strijd aan te gaan. Als de draak opduikt begint er een gevecht waarbij de ridder als winnaar uit het duel komt omdat de draak in een rivier duikelt. De strijd is dus nog niet gestreden en Galaxa is nog steeds niet veilig. Johan zet dus de zoektocht verder en krijgt daarvoor een magische bloem van de dwergen. De bloem zal de richting bepalen waarin Johan dient te gaan. Zo vindt hij al snel de mooie vrouw, zwaar geketend aan de rotswand. Hij wil haar bevrijden maar wordt dan door de draak besprongen. In het hevige gevecht dat volgt kan Johan de draak doden en de dankbare Galaxa bevrijden.
Nu de draak verslagen is verschijnt er plots de beeltenis van Bahaal, de prins der duisternis. Het was Bahaal wiens geest het lichaam van de draak had overgenomen en is woest over het feit dat Johan de fee uit zijn greep heeft bevreid. Dan legt Galaxa uit dat ze behoort tot de positieve mystieke wereld en regeert over het rijk van de spiegel, een plek die ze niet mag verlaten wil ze niet voor eeuwig rondzweven in de ruimte. Ze legt hem uit dat ze van alle tijden is en dat de Romeinen en Grieken haar kende als Aphrodite en Venus. Ze vraagt of Johan bij haar wil blijven in de spiegelwereld en deze zou daar maar al te graag op ingaan maar realiseert zich dat ze niet veilig zijn. Er is immers nog steeds de bende van Boggolt die op de spiegel aast en de spiegelwereld wel eens zou kunnen veroveren. Johan besluit op zich op te stellen als de bewaker van de wereld en wanneer de bende aanvalt springt hij in de bres. Geholpen door de boogschutters van de dwergen heeft hij de bandieten snel verdreven naar de andere kant van de spiegel waar Boggolt hem in de rug aanvalt. Hij is verloren tenzij Galaxa ingrijpt, maar dat betekend dat ze haar gedaante moet opgeven. Ze twijfelt niet en springt door de spiegel waardoor Johan de man kan verslaan. Wederom blijkt dat Bahaal bezit genomen had van het lichaam van de bandiet. Het is echter een duurbetaalde overwinning nu Galaxa moet gehoorzamen aan de wetten van tijd en ruimte.