Na zijn aanslag op Marlijn is Gwion van Deurne op zoek naar Allis om haar uit de weg te ruimen. Enkel als de vrouw uit de weg is geruimd zal hij de enige uitverkorene zijn. Hij gaat op pad maar heeft eerst nog een andere rekening te vereffenen. Hij zal de man die zijn moeder heeft verkracht laten boeten voor die daad. Op de markt van Guitras treft hij Mordred aan. Hij spreekt de ex-ridder aan en voor die het goed en wel beseft steekt er een dolk in zijn nek. De eer van zijn moeder is gewroken. Nu moet hij nog het tweede deel van zijn doel tot een goed einde brengen. De zoektocht naar Allis brengt hem naar de abdij van Diepene waar het meisje teruggetrokken leeft om te bezinnen en te studeren.
Gwion biedt zich aan als een vermoeide reiziger en vraagt onderdak aan de paters. Tijdens het middagmaal maakt hij kennis met Allis en hij kan haar
charmeren waardoor ze geen argwaan heeft en de jonge kerel wel kan vertrouwen. Samen gaan ze buiten de kasteelmuren op wandel zodat hij zich ongestoord
van haar kan ontdoen. Johan was na de aanslag op Merlijn eveneens snel naar Diepene gereden om zijn beschermelinge uit de klauwen van haar belager te
redden. Als hij aankomt vertelt de abt hem dat Allis en Gwion er samen op uit getrokken zijn. Johan speurt de omgeving af en ziet het duo in de verte
wandelen. Hij schreeuwt naar Allis dat ze moet uitkijken voor haar gezel en dat ze in gevaar is maar Allis heeft er geen oren naar. Integendeel, ze
wordt boos op Johan en ze verdenkt hem ervan jaloers te zijn. Voordat ze echter haar zin kan afmaken voelt ze een zwaard door haar lichaam gaan. Gwion
zag zijn kans schoon en doorboorde zijn rivale in de rug. Johan kan enkel met lede ogen toezien hoe Allis levenloos in de diepe afgrond wordt geworpen.
Verblindt door woede stort Johan zich op Gwion die geen kans heeft tegen de ontketende ridder. Johan ziet wit van woede en zwaait zijn zwaard tegen de nek van Allis moordenaar waardoor die onthoofd wordt. Johan wil zijn vriendin gaan helpen maar kan alleen maar toekijken hoe de golven het lichaam van het meisje in zee heeft getrokken. Hier is kan geen hulp meer baten en Johan heeft gefaald en moet angstig voor wat komen gaat terugkeren naar Camelot.
Ook Merlijn is troosteloos. Hij heeft zijn gedoodverfde opvolger verloren. Hij overloopt de eventuele gevolgen wanneer plots Demoniah in duivelsgedaante voor hem verschijnt. Ze weet hem te vertellen dat niet alleen Gwion door Bahaal werd gesteund maar dat de Heer der duisternis ook zijn oog had laten vallen op Allis. Hij zou haar naar de duistere kant van de magie trekken als Merlijn de fakkel had doorgegeven. Ze vertelt dit aan Merlijn zodat die al zijn beslissingen in vraag zou stellen en besluiteloos zou achterblijven. Maar Merlijn is sterk en zelfs wanneer Johan, gedreven door zijn falen en verlies, besluit om Camelot te verlaten denkt de tovenaar dat er nog een toekomst is voor het licht.