Johan en Allis komen aan in een dorpje waar armoede wordt gevoed door ernstig bijgeloof. Door het bijgeloof heeft Candan, een rondreizende verkoper veel macht gekregen door de verkoop van amuletten die de bevolking zogezegd tegen demonen kan beschermen. Johan en Alanis ontmaskeren hem en betrappen hem nog die avond op brandstichting. Ze willen de man overleveren aan de dorpelingen wanneer er twee ongure figuren opduiken. Het lijken wel demonen en ze vallen het duo onmiddellijk aan waardoor Candan en zijn kompaan gretig gebruik maken om te ontsnappen.
Wanneer de mannen aanvallen kan Allis niet bij haar zwaard en richt het medaillon op één van de mannen waardoor deze tot stof wordt herschapen. Hoewel ze niet geloofd in tovenarij begrijpt ze niet wat er net gebeurd is en dan moet Johan opbiechten dat hij de amulet in zijn verleden tijdens de kruistochten al was tegen gekopen. Ze reizen verder en wanneer ze 's avonds wat praten in in hun schuilplaats duiken Candan en zijn gezel weer op. Ze profiteren van de verwarring en voor ze het weten wordt het mes op Allis keel gezet. Omdat Johan niet kan ingrijpen zonder Allis in gevaar te brengen bedenkt hij een list door te stellen dat het amulet echt magische krachten heeft en dat Allis het hen kan laten zien. De dieven trappen er in maar als Allis het talisman op Candan richt veranderd deze in een enorme weerwolf. Allis en Johan zijn een vogel voor de kat maar dan duikt er een vreemd wezen op vanuit het niets waardoor Candan verdwijnt.