268. De Mayameester

Op een mooie dag zijn enkele ridders, waaronder Lancelot, samen met Allis op jacht gegaan. Er werd heel wat wild gejaagd en na de jachtpartij besloot het gezelschap om wat te rusten in het malse gras. Allis wou wat gaan wandelen maar toen ze niet terugkeerde was in paniek. Hij keerde terug naar Camelot waar Johan en Merlijn onmiddellijk op de hoogte werden gebracht. Merlijn kon al raden wat er was gebeurd en vraagt Johan en zijn vriend om terug te keren naar de plaats waar Allis verdween.

Allis werd ontvoerd door een handlanger van Bahaal, de prins der duisternis, die haar naar het lugubere slot van zijn meester brengt. De beul staat in voor haar onthaal maar Allis kent geen angst en laat de beul dadelijk weten met wie hij te doen heeft. Allis kan ontsnappen uit zijn handen en zoekt naar een uitweg door de vele gangen van het slot. Zijn weet natuurlijk niet dat Bahaal deze ontsnapping heeft laten gebeuren. Het is zijn plan immers om Allis naar Camelot te doen terugkeren in de hoop dat zij het leger zal mobiliseren en laten optrekken tegen zijn slot. Hij zal de deuren open zetten en als iedereen binnen is zal hij de deuren achter hen sluiten. Omdat zijn burcht een fantasie is in de ogen van de waarnemer zal hij zo iedereen kunnen opsluiten in zijn eigen duivelse fantasie. Om zeker te zijn roept hij zijn leger vanuit de duisternis op om te helpen mocht het nodig zijn. Bij dit leger van levende doden is ook Malfrat, de wrange van de partij. Tot grote woede van Bahaal zal het leger echter niet moeten ingezet worden want wanneer hij Allis ziet terugkeren is ze slechts in het gezelschap van twee ridders. Johan en Lancelot.

Het is Bahaals favoriete demon, Demoniah, die vervolgens met een plan op de proppen te komen om beide ridders de infecteren met het virus van de jalousie. De jalousie zal Johan en Lancelot uit elkaar rukken en tweedracht zaaien op Camelot. Als de ridders het kasteel van Bahaal betreden beseffen ze dat niets is wat het lijkt maar toch worden ze lang genoeg van elkaar gescheiden om het plan uit te voeren. Ze zorgen ervoor dat Lancelot zijn gevoelens naar Allis uit en als hij haar kust is de eerste fase in het plan al een feit. Het drietal moet naast hun gevoelens ook nog eens afrekenen met de monsters die Bahaal in hun verbeelding heeft geplaatst. Maar Allis is niet de eerste de beste en dwingt haar verbeeldingskracht in die van Bahaal waardoor ze plots buiten staan en het kasteel is verdwenen. Niet beseffend wat er is gebeurd rijden ze zwijgend terug naar Camelot.

In Camelot moet Johan verslag gaan uitbrengen bij Merlijn. Terwijl de Rode Ridder bij de tovenaar is maakt Lancelot zijn beklag tegen Allis. Beiden hebben ze moeite om niet op de hoogte te zijn van wat de magiër en Johan met elkaar bedisselen. Als Johan terugkeert na zijn gesprek wordt hij door Lancelot verwittigd dat zijn geheimhouding hem wel eens parten zou kunnen spelen. Als Johan later ziet hoe zijn vriend Allis het hof maakt is het plan van Demoniah alvast geslaagd. Johan kan Lancelot nu niet meer vertrouwen. Jalousie heeft zijn uitwerking niet gemist.