Johan heeft al dagen slapeloze nachten omdat hij blijft dromen van Allis. Merlijn geeft hem dan ook de raad om de veilige muren van Camelot te verlaten en de wijde wereld in te trekken op zoek naar avontuur. De Rode Ridder neemt de wijze raad van de magiër aan en vertrekt. Lang moet hij niet wachten want als hij door een verlaten streek rijdt hoort hij enkele kreten. Hij geeft zijn paard de sporen en is zo getuige van het feit dat een man en een jonge vrouw wordt aangevallen door een drietal struikrovers. De mannen zijn geen partij voor een geoefend ridder en kiezen snel hun heil in de vlucht. De man, Birre genaamd, is herbergier en was samen met zijn dochter Asha op weg naar huis. Als dank nodigt hij Johan uit bij hem thuis. Johan ziet wel iets in een warme woonst en vraagt zelfs om tegen betaling te mogen overnachten. Wanneer Johan vraagt waarom de streek zo verlaten is geeft Birre een bizar antwoord. Iedereen die het kon betalen in vertrokken uit vrees voor "de hundeprest". De legende wil dat er vroeger een priester was die liever ging jagen met zijn hond dan zich te bekommeren voor zijn parochianen. Toen hij stierf werd er dan ook niet echt naar hem omgekeken en werd zonder veel eer begraven. Diezelfde legende zegt dat de priester nu als wraak uit de doden opstaat om zich te wreken op de jonge vrouwen in de streek.
De Rode Ridder maakt duidelijk dat hij niet in dit soort fabeltjes geloofd maar wordt dan bruusk onderbroken wanneer Siero, een vriend van de herbergier, binnen komt gestormd. Hij weet te vertellen dat hij ijzige kreten heeft gehoord aan het kerkhof en zag hoe hij het silhouet van een man met een hond zag.- Johan gelooft er niets van maar besluit toch te gaan kijken en is met stomheid geslagen wanneer hij in een jonge vrouw met gebonden handen ziet hangen in een kleine kapel. Hulp kan niet meer baten. Als vertegenwoordiger van de Koning kan Johan niet anders dan een onderzoek instellen. Het lichaam wordt voor onderzoek naar de chirurgijn gebracht maar die kan de ridder niet veel wijzer maken. Hij keert dan maar terug naar de herberg maar loopt Duca tegen het lijf. Johan is verwonderd dat er nog jonge mannen in het dorp wonen en stelt zich vragen bij het uiterlijke vertoon van rijkdom. Siero vertelt hem dat de jonge man het lief is van Asha maar dat Birre zich tegen de relatie keert. Johan wil Duca aan de tand voelen en trekt naar de woning van de kerel. Hij confronteert Duca met de moord en vraagt hem om een alibi. De jonge man is niet onder de indruk omdat hij net op dat moment bezoek krijgt van zijn maten. Johan herkent de mannen onmiddellijk. Zij waren het die Birre en Asha overvielen. Het drie staat onder leiding van Hute, een potige vent gewapend met een moker maar krijgt desondanks toch een lesje in nederigheid van de tafelridder. Het oponthoud heeft Duca de kans gegeven om te vluchten maar als Johan het huis verlaat zoeft een pijl rakelings naast zijn oor. Hij ziet hoe hij vanop de daken beschoten werd door iemand die enkel maar Duca kan zijn. Hij zet de achtervolging in en ziet hoe Duca uitglijdt op de besneeuwde dagen. Als hij dichterbij komt ziet hij dat hij niet Duca maar Asha aan het achtervolgen was. Het meisje maakt een zware val en kwam in de pieken van een eg terecht. Hulp kan niet meer baten. Er rest hem enkel het slechte nieuw te melden aan Birre.
Terug in de herberg is er geen Birre te bespeuren. Alles lijkt verlaten. Hij gaat op zoek naar de man en vindt hem terug op het kerkhof waar hij samen met Siero het lijk van de Hundeprest heeft opgegraven om het te verbranden. Johan wil tussenkomen om lijkschennis te voorkomen maar krijgt dan plots een pijl in de schouder. Ditmaal is het wel Duca die schoot. De jongeling denkt dat de ridder hiermee uitgeschakeld is maar niets is minder waar. Met enkele gerichte zwaaien van zijn zwaard heeft Johan de situatie weer onder controle. Hij vertelt Birre het trieste lot van zijn dochter en arresteert Duca in naam van de Koning. Hij wil de man voor het gerecht brengen maar een stem vertelt Johan dat al die vermoorde meisjes gerechtigheid verdienen. Een soort tand om tand. Johan laat Duca zich uitkleden en stuurt hem naakt over de ijskoude en besneeuwde vlakten waar de hongerige wolven hun werk wel zullen doen.