De volgende ochtend is het incident al weer vergeten en Alex reist af naar de hoofdstad Sekhara. Enak is reeds vertrokken. Als ze wat later aankomen kan Alex zijn bewondering nauwelijks onderdrukken, maar dan is er weer die dekselse Qaâ met zijn onheilsvoorspelling. En weer verdwijnt hij plotsklaps. Later zal blijken dat de man eigenlijk het verstoten broer is van de Farao. Tijdens een feest dat ter gelegenheid van Enak wordt gegeven komt echter de ware verhaal naar boven. Alex en Enak werden naar Numibië gelokt onder een vals voorwendsel. Caesar plant een aanval op de Egyptenaren en deze willen Alex gebruikten om Caesar te doden. Indien hij weigert ziet hij niet alleen Enak nooit meer terug, maar zal hij tevens tot slaaf gemaakt worden.
Saïs, de zuster van de Farao heeft echter door dat er iets niet pluis is, en kan Alex helpen. Ze geeft hem de amulet van Ammon. Door deze amulet te tonen in geval van nood zal niemand hem durven aanraken. Ze vraagt hem samen met Enak te vluchten naar de ouders van haar trouwe dienares. De volgende dag reeds proberen ze het. Dankzij de amulet kunnen ze ontkomen, maar ze krijgen al snel het hele leger achter zich aan en worden snel weer ingerekend. Saïs is te einde raad. Gelukkig is er nog haar broer Qaâ, die haar de raad geeft om de hulp in te roepen van Prins Djerkao. Deze prins is vurig verliefd op haar en zal alles doen wat ze hem vraagt. Ondertussen wordt Alex geketend naar de Piramide gebracht.
En dan gebeurt het. De onheilsvoorspelling die Qaâ gedaan had voltrekt zich. Een projectiel valt in het rivierwater en veroorzaakt kokende regen met vele doden en gewonden tot gevolg. De Farao weet niet hoe reageren en trekt zich vol angst terug in zijn paleis. Dit natuurfenomeen samen met de hulp van Prins Djerkao maakt dat de Farao overwonnen wordt. Alex en Enak zijn terug bij elkaar. De stad is verwoest door meteorenregen. Saïs en de Prins zullen huwen wanneer ze terug in het land van de prins zijn. Helaas zal de prinses er nooit aankomen. Ze sterft onderweg.