Eens aangekomen in Meroë wordt het gezelschap hartelijk ontvangen door Djerkao, de prins van Meroë. Ze maken er kennis met Markha, zijn zuster die de bruid van Enak zou moeten worden. Hoewel het meisje beter in de smaak viel dan verwacht heeft Enak nog steeds geen zin om te trouwen. Al snel blijkt dat zijn toekomstige bruid dezelfde mening is toegedaan en ze beslissen om samen met Alex te vluchten. Samen met een handvol getrouwen maken ze van een brand gebruik om te ontsnappen. Ze reizen af naar een bevriende stam waar ze onderdak vinden maar het duurt niet lang of de Prins heeft ze gevonden. Tijdens de achtervolging met strijdwagens slaagt Enak erin om de Prins te verwonden met een goed gerichte pijl. De prins moet noodgedwongen de achtervolging staken.
Het trio vlucht verder tot ze aan een drinkplaats aangekomen zijn. Enkel de natuur wordt nu hun grootste vijand. Ze moeten immers door de woestijn van Namibië trekken. Net als ze zich willen klaarmaken voor de nacht duikt er een jonge inboorling op. Madoo heet de jongen en is de herder van een grote kudde buffels. Is dit "de vriend" naarwaar "Qa&acric; verwees? Hij waarschuwt het trio voor de gevaren en geeft hen de raad om samen met hem richting de groene rivier te trekken. De buffels zullen hen beschermen tegen de roofdieren. Al snel staan de vrienden aan de oevers van de moerassige rivier. Het duurt dan ook niet lang of het noodlot voltrekt zich. Tijdens een ruzie tussen Madoo en Markha rijdt deze laatste dol van woede de rivier in waar ze komt te verdrinken en Madoo Alex en Enak zot van verdriet achterlaat.
Net op het moment dat het duo de reis wil verder zetten maken ze kennis met de "Titanen" een wezen dat verschrikkelijk agressief is en hen zo goed als zeker zal doden. Gelukkig waarschuwen de apen hen en kunnen ze op tijd ontkomen. De wezens blijken ook angst te hebben voor vuur en Alex en Enak kunnen hun zo op afstand houden. Ze vallen in slaap en zodoende stoken ze het vuur niet meer op. Net op het moment dat ze worden aangevallen duikt Madoo terug op. Hij heeft zijn fout ingezien en drukt de Titanen met de kudde buffels de rivier in waar ze allen hetzelfde lot ondergaan als Markha.
Samen met Madoo, die blijkbaar van alle markten thuis is, maken ze een boot om zo richting Nijl te kunnen varen. Ze moeten nog steeds op hun hoede zijn want de Djerkao heeft een prijs op hun hoofd gezet. Tijdens de eerste confrontatie is het reeds zover. Ze worden aangevallen en moeten terug aan land gaan en de woestijn in vluchten. Ze ontkomen en vallen in de schaduw van een grote rots in slaap. Als ze ontwaken worden ze omringd door slavenhandelaars die ze gevangen nemen en willen aanbieden als slaaf aan Cleopatra. Niet wetende dat hij vrienden van de koningin tot slaaf heeft gemaakt. Eénmaal in het paleis zijn beide vrienden eindelijk veilig.