Als ze in de stad aankomen worden ze ontvangen door Sargon, de nieuwe vizier. Hij organiseert een banket ter ere van de twee Romeinse staatsburgers
en tijdens het feest ontmoeten ze Curius Scevolla, een gewezen Centurion die instaat
voor de bescherming van de teertransporten. Hij wil alles over Rome weten en is gecharmeerd door beide jongens.
Later, na het feest, wordt duidelijk dat zowel Alex als Enak gezien hebben dat Sargon in feite niemand anders is dan hun oude vijand Arbacès;.
Ze besluiten dan ook om zo snel mogelijk de stad te verlaten maar wanneer ze 's ochtends vertrekken heeft de valse Visier goud in hun bagage gestoken
waardoor ze van diefstal beticht worden. Arbacès wil hen ter plekke veroordelen en hen de ogen uitsteken maar dit wordt op het nippertje
voorkomen door hun nieuwe vriend Scevolla die samen met de beide jongens veiliger oorden opzoekt. Ze willen de slaven van de teerputten bevrijden
en tijdens deze aktie vindt Alex zijn oude vriend Claudius terug. Claudius is blind omdat hij ook kennis gemaakt heeft met de wrede praktijken van
Sargon alias Arbacès die hem de ogen uitstak.
Alex en zijn gezellen gaan nu tot het uiterste en samen met enkele nomaden vallen ze de stad aan. Arbacès moet vluchten maar steekt eerst
nog de vlam in de teerputten waarna hij naar Koning Orodes gaat met de melding dat Alex de putten in brand heeft gestoken. Alex kan dankzij de
steun van zijn vriend Surena hem echter van het tegendeel overtuigen waarna een op wraak beluste Arbaès hem neersteekt.
Niet wetende van dit drama vertrekken Alex, Enak en Scevolla terug naar Rome.