28. De verdwenen stad

Samen met Centurion Caius Curion en zijn troepen trekken Alex en Enak door de Armonikaanse wouden op zoek naar het negende legioen onder leiding van Generaal Labienus. Reeds geruime tijd heeft Rome het contact met dit legioen verloren en het is aan Alex en zijn vriend om dit contact ter herstellen. Tijdens hun reis worden de troepen overvallen door de Galliërs en iedereen wordt gevangen genomen. Enkel Enak kan uit de handen van de overvallers blijven. Enak gaat op onderzoek uit en vindt nog een achterblijver. Hoewel hij wantrouwig is kan Antonius hem toch overtuigen dat hij deel uit maakte van Curion's troepen.

Enak en Antonius kunnen Labinus legerkamp bereiken en ze vinden er een volledig gedemotiveerd leger. Angst is in de gelederen geslopen en ook de generaal maakt geen zekere indruk. Ondertussen is Alex kunnen ontsnappen en het toeval brengt de vrienden weer samen. Alex vertelt over de verhalen die hij tijdens zijn gevangenschap heeft opgevangen. Ze gingen over de heilige stad Tarania, tevens het doel van Labienus' opdracht. Alex besluit om de stad te zoeken en de boodschap van vrede over te maken. Samen met Enak trekt hij erop uit en na enkele dagen stappen vinden ze de stad op een schiereiland aan de kust. Onmiddellijk worden ze gevangen genomen omdat Antonius, die eigenlijk Veron heet en een Galliër is hen heeft verraden. In afwachting dat ze moeten verschijnen voor de grote raad proberen ze een plan op te stellen op te ontkomen.

De grote raad beslist om ze terecht te stellen op het feest van Imbolc en Alex moet in afwachting naar de Meester der Meesters gebracht worden op het eiland Sena. Daar krijgt Alex de waarheid over de kennis der Kelten te horen.