Alex heeft opdracht gekregen om Oribal, een verbannen staatshoofd, terug naar zijn koninkrijk te brengen. Buiten het kamp sluipen twee mannen op een schildwacht af, en kunnen hem overmeesteren. Net als één van de overvallers de paarden het kamp wil uitjagen, wordt hij betrapt door Alex.
Het komt tot een zwaardgevecht waarin Alex al snel de overheid haalt. De Parth kan echter ontkomen en een achtervolging levert niets op. Alex begrijpt dat ze in een val gelopen zijn en besluiten het kamp te verlaten. Een juiste keuze zo blijkt want tegen het ochtendgloren trekken de Parthen reeds het kamp binnen. De hoofdman der Parthen is zodanig teleurgesteld dat hij de twee verkenners tot de brandstapel veroordeelt omdat ze door de Romeinen ontdekt werden en zo het voordeel van de verrassing kwijtspeelde. Als de twee mannen in de vlammenzee
staan, worden er enkel rotsblokken opzij geduwd en komt Alex tevoorschijn. Hij kan de twee ongelukkigen net op tijd uit hun hachelijke positie bevrijden. Omdat Alex ze het leven heeft gered, besluiten Alex, Enak en Oribal ze te vergezellen.
Bij de eerstvolgende stad waaraan ze komen vraagt Alex aan Karal, een van de Parthen, om wapens en inheemse kleding
te kopen. In de stad stoot hij op enkele landgenoten van Oribal, die de Parth uithoren over een enorme buit. Hierdoor ruikt Karal een grote kans. Oribal, die geschrokken is wanneer hij zijn landgenoten ziet, verklapt zijn groot geheim aan Alex. Blijkt dat zijn voorvader Oribal I, een tiara liet maken als symbool van zijn heerschappij. Hij die de Tiara draagt, zal heersen over het land. Deze tiara bevindt zich in de reistassen van Alex en zijn metgezellen. Oribal kan zijn verhaal echter niet afmaken, want Enak komt het verdwijnen van Karal, en dus ook van de tiara, melden. Alex en zijn vrienden zoeken de hele streek af. Dagen gaan voorbij, maar de schat blijft onvindbaar.
De twee Parthen die er op uit gestuurd werden om Alex en Oribal te bespioneren brengen ondertussen in het land van Koning Oribal verslag uit aan de grootvizier. Groot is de verbazing dat deze grootvizier niemand anders is dan de dood gewaande Arbacès. Arbacès besluit om Alex in een hinderlaag te lokken wanneer hij probeert de vesting te benaderen. Het lukt. De drie vrienden worden, wanneer ze via de rivier, proberen de stand te benaderen, omsingeld door soldaten van Arbacès. Gelukkig kan Alex bluffen, als hij zegt dat hij de tiara in het water zal werpen. De tiara die ze de dag voordien als bij toeval teruggevonden hadden. Ze kunnen verder varen en een beetje verder, beschermd door de nacht, aan wal gaan. Ze kunnen met medewerking van een soldaat veilig ontkomen, maar ze kunnen niet voorkomen dat Arbacès mannen de achtervolging inzetten. Ze vluchten de woestijn in en kunnen ontkomen. De woestijn is echter onverbiddelijk en al snel verliezen de drie dapperen het bewustzijn om een zekere dood tegemoet te gaan. De koopman Karidal beslist hier echter anders over, want hij vindt de drie lichamen en kan onze drie vrienden alzo van een gewisse dood redden.
Alles lijkt gewonnen, Oribal kan door de straten van de stad lopen met het symbool van zijn macht op het hoofd en van Arbacès is geen enkel spoor meer te bekennen.
Het zal echter anders lopen want Sirdar, Arbacès helper, slaagt door middel van een list door te dringen tot Oribals rangen om zich zo meester te maken van de tiara. Hij weet de stad
te ontvluchten en zoek heil bij een plaatselijke boer. Deze vertrouwt Sirdar niet en ontfutselt hem de tiara. Sirdar, zich van geen kwaad bewust, stormt naar zijn meester. Groot is
zijn verbazing als er een gewone aarden pot uit de zak gehaald wordt. Onmiddellijk legt de dief het verband met de boeren en besluit samen met enkele soldaten terug te keren naar de
boerderij. Daar lopen ze echter in een hinderlaag die ondertussen door Alex is opgezet. Het komt uiteindelijk tot een handgemeen tussen enerzijds de soldaten van Arbacès en het leger van
Karidal. Arbacès moet vluchten maar kan in zijn vlucht toch Enak overmeesteren en ontvoeren. Als hij terug veilig in zijn vesting zit, neemt hij dadelijk voorbereidingen voor de
nakende aanval. Hij probeert Enak te ruilen voor de tiara, maar ook dit mislukt. Enak kan worden bevrijdt en de tiara blijkt in het bezit van Koning Oribal. Wanneer het volk binnen de
vesting zich dan ook nog tegen de Griek keert, is het pleit snel beslecht. In een laatste wanhoopspoging probeert Arbacès dan nog uit wraak de stad te vernietigen door een bres in de
stuwdam te slaan. Ook dit lukt niet want een instorting dicht de bres in de dam. Arbecès en de zijnen komen te midden van die instorting te zitten. Is dit dan het einde van Arbacès?
Enkel de tijd zal ons dit leren. In ieder geval is Alex in zijn opdracht geslaagd. Hij heeft Oribal terug op zijn troon gekregen.