Het verhaal van de toren van Babel lijkt nog altijd even relevant, omdat ook vandaag de dag taalkundigen proberen de 'chaos' van de taalkundige diversiteit te doorgronden en de wortels van de menselijke spraak bloot te leggen. Het antwoord op de vraag of alle menselijke talen uit één of uit meerdere bronnen zijn voortgekomen, is net als de toren van Babel zelf in nevelen gehuld. Ondanks de reusachtige afmetingen ervan, is de locatie en het doel van de toren nooit met zekerheid vastgesteld. En met de toenemende overheersing van talen als Engels, Chinees en Spaans kan men zich afvragen of we over enkele millennia terugkeren naar een pre-Babels tijdperk waarin iedereen dezelfde taal spreekt...
Hoewel er geen tastbaar archeologisch bewijs voor bestaat, wordt de toren van Babel van oudsher in verband gebracht met de oude stad Babylon - waarvan de ruïnes op de oostelijke oever van de rivier de Eufraat zijn aangetroffen, ongeveer 50 km ten zuiden van de Irakese hoofdstad Bagdad.
Pieter Bruegel de oude, die Rome bezocht heeft, vele eeuwen later dit tafereel willen op doek zetten. Tijdens een reis naar het oude Rome zag hij het Colosseum, en gebruikte het als voorbeeld voor 'zijn' Toren van Babel. De voorstelling wordt beheerst door het geweldige monumentale bouwwerk dat bijna beeldvullend is. Daartegenover staat de minuscule gedetailleerde registratie van menselijke bedrijvigheid, als mieren rond een mierenhoop. Opvallend is ook het subtiele kleurgebruik. In het bovenste gedeelte van de toren is de baksteen nog helder rood, terwijl in de lagere etages de baksteen al verweerd is. Een opvallend kleuraccent is ook de witte baan op de toren waar de kalk omhoog gehesen wordt.